ALLERHEILIGEN, 1 november

Luc Cielen in Rinkkrant 809 van 29 oktober 2004


Het feest kwam twee Rinkkranten geleden al aan bod toen ik het over Halloween had, al heeft Halloween, zoals gezegd, meer met Allerzielen te maken dan met Allerheiligen. Lees daarover meer in Rinkkrant 807.

 

ALLERHEILIGEN

 

Oorspronkelijk werd Allerheiligen gevierd op 13 mei. Dat had te maken met de inwijding van de Romeinse tempel Pantheon (tempel van alle goden), die op 13 mei 610 door paus Bonifatius IV als kerk werd toegewijd aan Maria en alle martelaren. Bij die gelegenheid werden 28 (volgens sommige bronnen 38) karrenvrachten beenderen uit de catacomben bijgezet in een gewelf onder het Pantheon.

 

Vóór het Pantheon een kerk werd, was het een tempel ter ere van vele goden. Jacobus de Voragine vertelt in zijn ‘Legenda aurea’ het volgende daarover. Toen de Romeinen heersers waren geworden over de wereld, bouwden ze een enorme tempel. In het midden daarvan stond een beeld van hun oppergod. Daaromheen stonden beelden van goden uit de overwonnen provincies met het gezicht gericht naar de Romeinse oppergod. Als er nu een provincie in opstand kwam, dan keerde de god van die provincie het gelaat af van de Romeinse god. Als de Romeinen dat zagen, stuurden ze onmiddellijk getrainde legioenen naar de onrustige streek. Nu kwamen er op den duur zoveel goden die om een tempel vroegen dat er in Rome geen plaats was daarvoor.

Men vertelt dat daarop Cybele, de moeder van alle goden, verscheen en de Romeinen de opdracht gaf een tempel te bouwen ter ere van alle goden, zo ze tenminste heersers over de wereld wilden blijven. Men begon met de bouw van deze tempel, op een cirkelvormige basis, om daarmee de eeuwigheid van de goden zichtbaar te maken in de constructie. Maar toen men de muren tot een zekere hoogte had opgemetseld, besefte men dat de muren nooit het gewicht van de koepel zouden kunnen dragen tijdens de constructie. Men vulde daarop de hele binnenruimte met aarde en mengde daaronder enkele zilverstukken. Men bouwde verder, de koepel werd afgewerkt, maar dàn moest de aarde uit de tempel worden weggehaald. Aan het volk werd nu verkondigd dat ieder die grond uit het gebouw wegdroeg, mocht houden wat hij daar voor waardevols in zou vinden. Het gepeupel van Rome verdrong zich in lange rijen en begon met het ontruimen van de tempel, hopend een van de zilverstukken te vinden. Op korte tijd was nu het gebouw leeggehaald en kon de afwerking beginnen.

 

Speciaal aan deze tempel is dat hij geen ramen heeft, maar in het midden van de koepel slechts een ronde opening. Hoe die daar gekomen is? De legende vertelt: Boven die ronde opening was er een verhoogde koepel gebouwd van verguld brons, waarin alle Romeinse provincies waren afgebeeld. Maar deze koepel stortte in en de ronde opening was wat er overbleef, tot op de dag van vandaag. Het Pantheon werd gebouwd onder de regering van keizer Hadrianus.

Keizer Phokas stond het gebouw in 609 af om er een kerk van te maken.

 

Tot zover het Pantheon, dat je zeker moet bezoeken als je in Rome bent. De kunstschilder Rafaël ligt er begraven.

Aanvankelijk werden alleen martelaren als heiligen beschouwd. Waarom? Omdat men van hen tenminste zeker was dat ze bij hun dood gelovig waren. Toen de christenvervolgingen stopten, waren er geen martelaren meer. Daarop trokken velen zich als kluizenaar in de woestijn terug om zo toch een zeker, zichzelf opgelegd martelaarschap te kennen om na hun dood heilig verklaard te kunnen worden.

 

Nog later beschouwde men alle christenen die godvruchtig gestorven waren als heiligen.

In Antiochië waren de christenen ervan overtuigd dat élke martelaar of heilige een eredienst moest krijgen. Maar omdat er meer martelaren waren dan dagen in het jaar, ontstond de gewoonte om op de zondag na Pinksteren (Drievuldigheidszondag, dag waarop in Rinkrank steeds de Open Dag gehouden wordt, maar dat heeft niets, maar dan ook niets met martelaren te maken) àl de martelaren te gedenken.

En allen die geen speciale feestdag hadden toegewezen gekregen, werden dan op 13 mei herdacht.


De legende vertelt dat in het jaar 844 er op die datum zoveel pelgrims naar Rome waren gekomen om het feest te vieren dat er onvoldoende voedsel was. Men besloot daarom het feest te verplaatsen naar een datum in de herfst, na de oogst, zodat er voortaan zeker voldoende te eten zou zijn. Zo werd 1 november als datum gekozen voor dit feest. Waarom?

De datum van 1 november werd gekozen onder invloed van de Ierse liturgie. In Ierland werden eertijds grote feesten gehouden ter ere van de Keltische god Samhain (lees meer daarover in Rinkkrant 807 over het feest Halloween), en door deze datum te kiezen kon de Kerk dit feest kerstenen. Dat gebeurde, naar men zegt, onder paus Gregorius IV, wat echter niet kan, gezien het feit dat Gregorius al gestorven was op 25 januari 844 en dus dat rampfeest op 13 mei niet meegemaakt kan hebben. Hij voerde wel het feest van Allerheiligen in Frankrijk in. Lodewijk de Vrome, zoon van Karel de Grote, stelde Allerheiligen als verplichte rustdag in, in het jaar 835. Volgens de Winkler Prinsencyclopedie gebeurde de datumverschuiving in 835, en dan kan het dus wel door Gregorius IV zijn gebeurd.


1 november 1570 staat in het geheugen van de Lage Landen geprent als de Allerheiligenvloed. Op die datum liepen grote delen van West-Nederland onder water. De huidige Braakman, nu een toeristische trekpleister in Zeeuws-Vlaanderen, is er een overblijfsel van.


Op sommige plaatsen ontsteekt men allerheiligenvuren. Te vergelijken met wat op andere plaatsen dan weer de sint-maartensvuren zijn.


In Diest houdt men een allerheiligenmarkt. Het is een restant van een groot pelgrimsfeest dat ieder jaar werd gevierd bij de Allerheiligenkapel op de citadel. Dit is een historisch bijzonder waardevolle plaats in Diest, waarom op die plek dus ook een kapel werd gebouwd. In die kapel staat er een beeld van O. L. Vrouw omgeven door ongeveer dertig beelden van verschillende heiligen. Alle beelden werden in hout gesneden in de 16e, 17e en 18e eeuw. Ter gelegenheid van Allerheiligen werd er in Diest een markt gehouden met ex-voto’s uit was gemaakt. De pelgrims kochten die om in de kapel te offeren. Er bestond zelfs een rijmpje om de bedevaarders erop attent te maken dat ze het volgende jaar zeker terug moesten keren, wat gezien de inkomsten zeker gewenst was.

Kompt en besoekt tot Diest

Godst hooch verheven vrienden

En allen uwen noodt zoo mooght dy baet hier vinden

Gods weerde moeder Maeght sal u tot hulpe sijn

Met al het Hemels volck verlossen van u pijn. (al het hemels volck : alle heiligen)


Het middendeel van het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck in de Sint-Baafskathedraal van Gent is een allerheiligenafbeelding, waarbij al de heiligen geschaard staan omheen het Lam, dat Christus voorstelt, en het aanbidden. Deze afbeelding verwijst naar de ‘Openbaring’ van Johannes, waarin staat geschreven dat het Lam Gods werd aanbeden door een grote schare die niemand tellen kan.

Het is deze tekst die in het epistel (lezing) van Allerheiligen te horen is:

 

“Daarna zag ik een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en voor het lam, in witte kleren en met palmtakken in de hand, en luid riepen zij: `De redding komt van onze God, die op de troon zetelt, en van het lam!' Alle engelen stonden rondom de troon, samen met de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich neer voor de troon en aanbaden God: `Amen! Lof en heerlijkheid en wijsheid en dank en eer en macht en sterkte aan onze God tot in alle eeuwigheid, amen!' Toen richtte zich een van de oudsten tot mij en zei: `Wie zijn dat in die witte kleren en waar komen zij vandaan?' Ik antwoordde hem: `Heer, dat weet ú.' Toen zei hij: `Dat zijn degenen die uit de grote verdrukking komen, die hun kleren hebben wit gewassen in het bloed van het lam. Daarom staan zij voor de troon van God, en dienen ze Hem dag en nacht in zijn tempel, en Hij die op de troon zetelt zal zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen nooit meer honger of dorst lijden, geen zonnesteek of woestijngloed zal hen treffen, want het lam midden voor de troon zal hen weiden en voeren naar de waterbronnen van het leven, en God zal alle tranen uit hun ogen wissen.'” (Openbaring, hoofdstuk 7)


Wie deze tekst letterlijk leest, begrijpt dat er véél meer heiligen zijn dan men kan tellen. Reden waarom zo’n feest als Allerheiligen verantwoord is. In feite is dat de eerste reden van het bestaan van dit feest. Maar er is nog een tweede reden, die ook reeds in de vroegste christelijke kerk opgang maken, en zeker vanaf de vierde eeuw. Men wilde namelijk de hemel zuiveren van de ontelbare heidense (en vooral Romeinse en Griekse) goden. Die werden alsdan vervangen door de even talloze heiligen. In onze tijd is er nog een derde reden genoemd om het Allerheiligenfeest te vieren. Men wil ter gelegenheid van dit feest namelijk al diegenen herdenken die, uit eender welke godsdienstig oogpunt, een voorbeeld waren voor de mensheid. Men denkt dan meer bepaald aan Gandhi, Marten Luther King, maar ook aan de talloze anderen die zich voor de wereldvrede inzetten.


Vroeger werden in onze streken speciale allerheiligenkoeken gebakken. Maar de traditie is verloren gegaan en vervangen door pannenkoeken. In Nijvel echter kent men nog twee vormen van allerheiligenkoeken.

De “bouquettes”: brooddeeg bestreken met platte kaas vermengd met boter, peterselie, jonge ajuintjes en kervel. In de oven gebakken en daarna met gesmolten boter overgoten.

De “tartes à l’djotte”: brooddeeg met veel eieren, versierd met betchéekaas die vermengd is met gebruinde boter, jonge uitjes, snijbietstelen, peterselie, zout en peper. In de oven gebakken en bij het opdienen overgoten met gezouten boter.


Allerheiligen is vanzelfsprekend ook een dag die als geheugensteun diende bij de weersvoorspelling:

 

                Het nazonnetje van Allerheiligen,

                kan voor de winter niet beveiligen.

 

Als het op Allerheiligen sneeuwt,

Leg dan een pels gereed.

 

Geeft Allerheiligen zonneschijn,

Dan zal het spoedig winter zijn.

 

Met Allerheiligen vochtig weer,

Volgen sneeuwbuien keer op keer.


                A la Toussaint 

                le froid revient

                et met l’hiver en train.   

                                                                             

                La Toussaint venue 

                laisse-là ta charrue

Hoe heet dit feest in andere talen?

In het Duits is het Allerheiligen, in het Engels: All Hallows, maar ook All Saints’ Day; in het Frans zegt men Toussaint, in het Italiaans heet het: Ognissanti of ook Tutti i Santi. In het Portugees is het Todos os Santos en in het Spaans: Todos los Santos of kortweg Santos.

Het spreekt voor zich dat de stad Santos in Brazilië genoemd is naar het feest van Allerheiligen. En het dorp Allerheiligen in Oostenrijk, dicht bij de stad Linz is natuurlijk ook naar dit feest genoemd.


Zijn er nu in België mensen die Allerheiligen heten?

Meer, zelfs véél meer dan je zou denken. Even kort overlopen: Toussaint (zowel in Wallonië als Vlaanderen) is vertegenwoordigd door niet minder dan 3.866 families. En dan verder: Thoussaint (20), Thouhsaint (3), Toussyn (1), Toussein (36), Tousseyn (61), Tossaint (18), Tosseyn (47), Tosseijn (1), Tossens (231), Tossyn (92), Tossijn (14), Tossins (13), Tossings (133), Torsin (119), Tonsent (25), Santos (460) en Santi (86). In totaal 5.226 Belgische families genoemd naar het feest van Allerheiligen.

Als voornaam komt de naam Toussaint ook voor.

Enkele beroemde Toussaints zijn:

Geertruida Bosboom-Toussaint: Nederlandse schrijfster, die leefde van 1812 tot 1886.

Jacob Toussaint Neyts (1727-1794) : oprichter van het toneelgezelschap ‘Vlaemsche Opera’

Jules Toussaint de Sutter (1889-1959): Belgisch componist, directeur van het conservatorium van Gent.

Toussaint van Boelaere (1875-1947): Vlaams auteur, lid van ‘Nu en Straks’ en daardoor ook met Kalmthout verbonden.

Jeanne Toussaint (1887-1978): hoofd van de afdeling ‘haute joaillerie’ van het huis Cartier.

De meest bekende (beruchte) Toussaint is Toussaint Louverture, bijgenaamd ‘de Zwarte Napoleon’. Hij was een ex-slaaf die ten tijde van Napoleon vrijheidsstrijder was van Haïti. Hij was de grote dwarsligger van Napoleon die door hem er niet in slaagde een groot koloniaal rijk te stichten. Hij werd door Napoleon gevangen genomen, naar Parijs overgebracht en stierf daar. Het eiland Hispaniola kreeg zijn naam van hem.


Een vijftal jaar geleden is er een boek verschenen onder de titel: “Van Allerheiligen tot Sint Juttemis” van Inez van Eijk. Het bevat vele verhalen om in verband met jaarfeesten te vertellen.