GABRIËL, 24 maart (ook 29 september)

Luc Cielen in Rinkkrant 825 van 18 maart 2005


Sommigen vermoeden dat de engel aan de poort van het Paradijs, die daar met een vlammend zwaard Adam en Eva uitgeleide deed, de engel Gabriël was. Maar in Genesis, het boek dat over Adam en Eva handelt, wordt die engel niet bij naam genoemd. Wel wordt er gezegd dat het een cherubijn was (Cherubijnen zijn ‘wachters’ van God). Dus toch niet Gabriël, want dat is een archangelos.

Het is pas in het boek van de profeet Daniël dat we de naam Gabriël ontmoeten. Hij komt voor in een tekst die in de tweede helft van de tweede eeuw vóór Christus geschreven werd. Oudere vermeldingen zijn er niet.

 

In Daniël, hoofdstuk 8, verzen 15 tot 17 staat het volgende (het is de allereerste vermelding van de naam Gabriël): “Toen ik, Daniël, het visioen had gezien, en trachtte het te verstaan, stond er iemand voor me die eruit zag als een man, en ik hoorde een menselijke stem over de Ulai roepen: “Gabriël, geef hem de verklaring van het visioen.” Daarop kwam hij naar mij toe. Maar terwijl hij naderde, werd ik door zo’n vrees aangegrepen, dat ik ter aarde viel. Hij zei tot mij: “Let goed op, mensenkind, want het visioen heeft betrekking op de eindtijd.” Terwijl hij dit zei, lag ik bewusteloos op de grond. Hij raakte mij aan en richtte mij weer op. Daarop zei hij: “Ik ga u bekend maken wat er gebeuren zal als de tijd van de gramschap ten einde loopt. Want het gaat over de eindtijd...”

 

Een hoofdstuk verder komt Gabriël weer ter sprake. Daniël hoofdstuk 9, verzen 20 en volgende: “Zo bad ik geruime tijd en beleed ik mijn zonden en die van mijn volk Israël en richtte ik mijn smeekbeden tot Jahweh, mijn God, voor zijn heilige berg. Nog was ik aan het bidden, toen Gabriël, de man die ik vroeger in een visioen had gezien naar mij toe kwam vliegen. Het was de tijd van het avondoffer. Hij sprak met mij en gaf mij inzicht. Hij zei: “Daniël, deze keer ben ik uitgegaan om je te onderrichten. Reeds bij het begin van je gebed is er een woord gesproken en ik ben gekomen op het mee te delen. Waarlijk, je bent een bevoorrecht man. Neem het woord dus in je op en tracht de openbaring te begrijpen. Voor je volk en voor je heilige stad is een duur van zeventig weken vastgesteld om aan de misdaad een eind te maken, om de zonde te doen verdwijnen en om de ongerechtigheid uit te boeten, om eeuwige gerechtigheid te brengen, om het zegel te drukken op de openbaringen van de profeten en om het hoogheilige te zalven....”

 

In Daniël 10e hoofdstuk lezen we de volgende passage: “Op de vierentwintigste dag van de eerste maand bevond ik mij aan de oever van de grote rivier, de Tigris. Toen ik mijn ogen opensloeg zag ik een man staan, in linnen gekleed en met een gordel van het fijnste goud om de lenden. Zijn lichaam leek op topaas en zijn gelaat lichtte als de bliksem; zijn ogen waren vurige fakkels, zijn armen en benen glansden als gepolijst brons en zijn stem was zo luid als het geschreeuw van de menigte. Alleen ik, Daniël, zag die verschijning; de mannen die bij me waren zagen ze niet, maar wel overviel hen een hevige angst; ze namen de vlucht en verborgen zich. Zo bleef ik alleen achter. Door het zien van deze grootse verschijning voelde ik mijn krachten wegzinken; mijn gelaatskleur verbleekte en ik was tot niets meer in staat. Ik hoorde hem spreken, maar terwijl ik probeerde naar hem te luisteren, verloor ik het bewustzijn en viel ter aarde. Daarop raakte een hand mij aan en ik sidderde ervan, terwijl ik me op mijn knieën en handen oprichtte. Toen zei de man tot mij: “Daniël, bevoorrechte man, let op de woorden die ik je ga zeggen en ga rechtop staan, want nu heb ik een boodschap voor je.” Op zijn woord stond ik op. Hij vervolgde: “Vrees niet, Daniël, want van de eerste dag af dat jij je voorgenomen had om je God te vernederen en zo inzicht te verkrijgen, is je gebed verhoord en heb ik mij op weg begeven om jouw verzoek te voldoen. Maar de vorst van het koninkrijk Perzië heeft mij eenentwintig dagen tegengehouden tot Michaël, een van de voornaamste vorsten, mij te hulp kwam. Toen was ik daar, bij de koningen van Perzië, niet meer nodig en kon ik naar je toe komen om je mee te delen wat er met jouw volk in de verre toekomst zal gebeuren...”

 

Alhoewel in de laatste tekst de naam van de engel niet genoemd wordt, mag men aannemen dat het om Gabriël gaat. Hij wordt trouwens algemeen beschouwd als de bode van God. Hij is de bijbelse Hermes of Mercurius. In het Nieuwe Testament komt dat nog duidelijker naar voren. Het is de engel Gabriël die de boodschap brengt aan Zacharias dat hij een zoon zal krijgen; die de boodschap brengt aan Maria dat zij zwanger zal zijn van de Allerhoogste en de boodschap van de geboorte van Jezus brengt aan de herders op het veld.

Het is alleen de evangelist Lucas die ons iets meedeelt over de engel Gabriël; de andere evangelisten noemen hem niet, en maken ook geen melding van de gebeurtenissen waar hij bij betrokken was.

 

 

De bronnen over deze aartsengel zijn dus eerder schaars. Daniël in het Oude Testament en Lucas in het Nieuwe Testament zijn de enige bronnen. Op hun uitspraken is alles gebaseerd.

 

Zo schrijft Lucas (in verband met de aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper): “Maar Zacharias zei: ‘Hoe kan ik dat weten? Ik ben oud en ook mijn vrouw is reeds op jaren.’ De engel antwoordde hem: ‘Ik ben Gabriël die voor Gods aanschijn staat, en ik ben gezonden om tot u te spreken en u deze blijde boodschap aan te kondigen. Zie, gij zult zwijgen en niet in staat zijn te spreken tot de dag waarop dat zal gebeuren, omdat ge mijn woorden niet geloofd hebt; deze zullen echter op hun tijd in vervulling gaan.” (Lucas 1, 18-20)

 

Over de aankondiging aan Maria: “In de zesde maand werd de engel Gabriël van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazaret. Tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria. Hij trad bij haar binnen en sprak: ‘Verheug u, begenadigde, de Heer is met u.’ ... (Lucas 1, 28 e.v.)

Over de verkondiging aan de herders staat er het volgende: “In de omgeving bevonden zich herders die in het open veld gedurende de nacht de kudde bewaakten. Plotseling stond er een engel des Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees werden bevangen....”. De naam van de engel wordt niet vermeld, maar algemeen wordt aangenomen dat het Gabriël was. In navolging hiervan zou men dan ook kunnen stellen dat de engel over wie sprake is in het evangelie van Matteüs ook Gabriël is. Matteüs spreekt telkens slechts over een ‘engel des Heren’ als degene die Jozef komt vertellen dat zijn verloofde Maria zwanger is van de Heilige Geest. Het is ook de ‘engel des Heren’ die Jozef verwittigt dat hij met Maria en het Kind naar Egypte moet vluchten en het is weer die ‘engel des Heren’ die in Egypte aan Jozef komt zeggen dat hij terug kan keren naar Israël. De twee andere evangelisten zeggen niets over een engel.

 

Er is in de loop der eeuwen iets gebeurd met het geslacht van de engel Gabriël. In de bijbel en bij Lucas is Gabriël onmiskenbaar van het mannelijk geslacht. Zowel Daniël als Lucas zeggen dat klaar en duidelijk. In de eerste eeuwen van het christendom en tot in de 14e eeuw wordt Gabriël dan ook afgebeeld als een mannelijke engel. Maar daarna vinden we de engel Gabriël op schilderijen en tekeningen meer en meer afgebeeld als een vrouw. En nu nog heeft men de neiging hem als een vrouw voor te stellen en klinkt het heel onwennig als men Gabriël als een man afbeeldt. Wanneer de geslachtsverandering heeft plaatsgevonden weet men niet, maar er zijn vermoedens dat het te maken heeft met een bepaalde opvatting in de Middeleeuwen, die het niet toestond dat een man alleen in dezelfde kamer vertoefde met een hem onbekende vrouw. De aankondiging aan Maria ligt dan ten grondslag aan de geslachtsverandering. Gabriël moest wel een vrouw zijn om zonder opschudding te verwekken bij Maria (die bovendien nog maagd was) te komen.

 

Man of vrouw? Over het geslacht der engelen is al veel geschreven, en nog weten we het niet. Feit is wel dat de naam Gabriël zowel voor mannen als vrouwen wordt gebruikt. Een broer van me heet Gaby (hij schrijft zijn naam nu Gabi) en is daardoor naamgenoot van een schoonzus die ook Gaby heet. Toen hij jong was, werd hij nogal eens verkeerdelijk gerangschikt bij de meisjes. Zo kon het gebeuren dat hij op reis met de mutualiteiten in de meisjesafdeling werd ondergebracht. Of hij dat erg vond? Het bewijst alleen maar dat de naam Gabriël toch nog meer als een meisjesnaam wordt beschouwd. Maar er komt kentering, nu Gabriël Rios een bekende Vlaamse zanger (weliswaar van Porto Ricaanse origine) is, zal men wel snel doorhebben dat Gabriël ook een jongensnaam is.

 

Is Gabriël een aartsengel die slechts sporadisch van zich liet horen in jodendom en christendom, in de zevende eeuw na Christus zal hij een vooraanstaande rol gaan spelen en zal zijn naam onder de vorm Dzjibril wereldwijd bekend worden tot op onze dagen. Dankzij de islam.

Het gebeurde in de nacht van de 17e dag van de ramadan dat een Arabische zakenman, Mohammed ibn Abdallah genaamd, een ingrijpende ervaring meemaakte. Hij had de gewoonte zich elk jaar rond die tijd in een grot op de top van de berg Hira, even buiten de stad Mekka, terug te trekken om er te bidden en te vasten. Die nacht schrok hij plots wakker en ervoer dat een verschrikkelijke aanwezigheid hem in de greep hield, totdat hij de eerste woorden van een nieuw Arabisch heilig geschrift van zijn lippen hoorde rollen. Het was aartsengel Gabriël die hem die goddelijke woorden openbaarde. Vele openbaringen vallen hem ten deel in de loop van de volgende eenentwintig jaren en Mohammed zelf zegt erover: “Niet één keer kreeg ik een openbaring zonder dat de gedachte in mij opkwam dat mijn ziel uit mijn lichaam werd gerukt.” Hij kreeg dan ook telkens zware stuiptrekkingen, zweette overvloedig, voelde zich loodzwaar en hoorde vreemde geluiden en stemmen *. Zijn ervaringen zijn te vergelijken met die van Daniël.

 

De woorden die Mohammed over de lippen stroomden, soera per soera (vers per vers of hoofdstuk per hoofdstuk) zijn in hun totaliteit nu bekend als de Koran. Mohammed zelf heeft ze niet opgetekend, hij was analfabeet. Hij heeft ze wél gereciteerd - Koran betekent trouwens voordracht - en ze op die manier aan zijn volgelingen doorgegeven. De teksten waren van een bijzondere schoonheid, zodanig zelfs dat de grootste tegenstander van Mohammed, Omar ibn al-Chattab, die een kenner van Arabische poëzie was, zich bekeerde bij het horen van de Koran. Hij zei: “Toen ik de Koran hoorde, werd mijn hart zacht en ik huilde en de islam trad in mij binnen.”

In vers 97 en 98 van de tweede soera wordt de naam van de engel voor het eerst genoemd: “Zeg: ‘Als iemand een vijand van Djibriel is - hij heeft het (de Koran) toch met Gods toestemming in jouw hart neergezonden als bevestiging van wat er voordien al was en als leidraad en goed nieuws voor de gelovigen - , als iemand een vijand van God, Zijn engelen, Zijn gezanten, Djibriel en Mikaal (= Michaël) is ... God is ook een vijand van de ongelovigen.”

In Soera 66,4 lezen we: “Als jullie je beiden berouwvol tot God wenden, dan waren jullie harten afgedwaald. Maar als jullie beiden elkaar bijstaan tegen hem, dan is God zijn beschermheer en Djibriel, en verder zullen de rechtschapen gelovigen en de engelen ook bijstand verlenen.”*


Gabriël is een ‘suikerheilige’ wiens feest gepaard gaat met snoeperijen. Zo zijn er nog twee suikerheiligen: Sint Maarten en Sinterklaas.

Hij is patroon van boden en boodschappers, postboden, krantenbezorgers en sinds 1951 is hij ook patroon van nieuwsdiensten, radio, telefoon, telegraaf en tv. Voor het internet was hij ook kandidaat, maar dat patronaatschap ging naar Columbanus (zie Rinkkrant 733)


DE NAAM GABRIËL

Gabriël betekent: ‘Man van God’ of ‘Kracht van God’ of ‘Held van God’ of ‘God heeft zich getoond’.In het Arabisch is het Djibriel of Djabra’il of Djihil. In het Hongaars luidt zijn naam Gábor, In het Italiaans zegt men Gabriele, in het Russisch heet hij Gavriil.

Gabriël is een van de zeven aartsengelen of ‘vorsten der engelen’. De anderen zijn: Michaël (de zegenrijke), Raphaël (de genezer), Uriël (de bondgenoot), Barachiël (de helper), Jehudiël (de vergelder) en Sealtiël (de biddende). De laatste vier zijn niet canoniek, dus niet erkend door de Kerk.

Afleidingen van de naam Gabriël zijn: Gaby, Gabi, Gabrie, Gabri, Gabriële, Gabriëlle, Gabriëla, Gabry. Als familienaam komt hij voor onder de vormen: Gabriëls (489), Gabreëls, Gabriël (344), Gabriëlse, Gabrielsen, Gabrieli (7), Gabrielli (73), Gabry, Gabel (22), Gaaff, Gaaf, Gabaret (12), Gabarré (4), Gabree (3), Gabrielson, Gabrin (25), Gabryl (1), Gabrys (54), Gaby (5). In totaal leven er in België 1.039 gezinnen genoemd naar deze aartsengel.


BEKENDE NAAMGENOTEN

Gabriël Rios, de Porto Ricaanse zanger uit Gent heb ik al genoemd.

Peter Gabriel: Brits popzanger met veel aandacht voor etnische muziek.

Andrea Gabrieli (1510-1586): Venetiaans componist. Hij voerde de meerkorigheid in. Hij is de oom en leermeester van Giovanni Gabrieli (1555-1612) die de eerste sonates schreef voor instrumentale ensembles.

Gabriel Fauré (1845-1924): Franse romantische componist.

Gabriel Grenié: uitvinder van het harmonium.

Daniël Gabriël Fahrenheit: Duits wetenschapper, woonde in Nederland, in de zeventiende eeuw (1686-1736), ontwerper van de eerste thermometer. Nul graden liggen bij hem op de laagste temperatuur die in zijn tijd bereikbaar was. Op zijn schaalverdeling bevriest water bij 32° en kookt het bij 212°. In Amerika wordt zijn thermometerschaal nog gebruikt.

Gabriel Voisin (1880-1973): Franse vliegtuigbouwer. Toen de Fransen tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn vliegtuigen wilden gebruiken in de strijd, schakelde hij, overtuigd pacifist zijnde, prompt over op de bouw van auto’s.

Gabriel García Marquez (geboren in 1928), Colombiaanse hedendaagse schrijver, Nobelprijs letterkunde 1982. Vooral bekend om zijn boeken ‘Honderd Jaar Eenzaamheid’ en ‘De Kolonel krijgt nooit Post’.

Gabriela Mistral, Chileens schrijfster. Nobelprijs letterkunde in 1954.

Jacques-Ange Gabriel (18e eeuw) is de ontwerper van de Place de la Concorde in Parijs.

Gabriel de Spinoza: broer en gedurende korte tijd medewerker van de filosoof Baruch de Spinoza.

Gabriël Mouton, Franse abt, stelde in 1671 voor om als maateenheid een gedeelte van de omtrek van de aarde te nemen. Dat werd later (1790) het tien miljoenste deel van de aardkwadrant. Men nam als basis de maat van de Meridiaan van Parijs (van Duinkerken tot Barcelona). Daaruit werd dan de meter afgeleid en het Metriek Stelsel. Die meridiaan werd in 2000 vol geplant met bomen en vormt nu een groene lijn dwars door Frankrijk.

Gabriel Bonaparte: voorvader van Napoleon die, uit Italië afkomstig, naar Corsica uitweek.

Gabriel, Boudewijn, Karel, Maria is het zoontje van Prins Filip en prinses Mathilde. Nu 19 maanden oud.


GABRIËL IN DE KUNST

De engel Gabriël wordt meestal voorgesteld als een jongeling, zonder baard. Tot de vierde eeuw heeft hij geen vleugels, daarna meestal wel. Als hij boodschapper is van Maria, draagt hij dikwijls een lelie in de hand, of een olijftak. Soms heeft hij een spreukband in de hand met daarop de tekst: Ave Maria Gratia Plena. Soms is hij te zien in zijn rol van bewaker van het Aards Paradijs, dan draagt hij een vlammend zwaard in de hand. Op vele afbeeldingen zien we hem vergezeld van de aartsengelen Michaël en Raphaël.

Bij afbeeldingen van het Laatste Oordeel staat hij bij Gods troon. Hij staat ook als wachter aan de kerkportalen en wordt daarom ook beschouwd als beschermer tegen demonen. In Rinkkrant 821 zie je hem afgebeeld door Fra Angelico als de boodschapper aan Maria.


GABRIËL IN RINKRANK

Elk jaar bij de kerstspelen is hij een belangrijke figuur. En trouw aan de afbeeldingen van het vroege christendom draagt hij geen vleugels. Meestal zijn het meisjes die zijn rol spelen, maar in het kerstspel dat de zesde klas vorige Kerst speelde was het een jongen (Matia) die deze rol op zich nam.


*Bij het schrijven van deze tekst werd onder andere gebruik gemaakt van volgende boeken:

Armstrong Karen, Islam, geschiedenis van een wereldgodsdienst, Uitg. De Bezige Bij 2001.

Leemhuis Fred, De Koran. uitg. Het wereldvenster. Derde druk 1990