GREGORIUS VAN TOURS, 17 november

Luc Cielen in Rinkkrant 810 van 12 november 2004


Zes dagen na het feest van Sint Maarten is het de beurt aan Gregorius die een van de opvolgers was van Martinus op de bisschopszetel van de stad Tours in Midden-Frankrijk, aan de Loire. Beiden zijn nauw met elkaar verbonden doordat Gregorius het leven van Martinus beschreven heeft in zijn boek: De virtutibus Sancti Martini, waarin enkele opmerkelijke passages over het huwelijksleven en het verwekken van kinderen. Bovendien verrichte Gregorius enkele wonderen door gebruik te maken van de relikwiekast van Martinus. Reden waarom hij dan ook soms met dat schrijn wordt afgebeeld. Eén van die wonderen gebeurde op een moment dat een vreselijk zwaar onweer boven de stad Tours uitbrak. De inwoners geraakten in paniek. Gregorius greep in door de relikwieën van Martinus te laten rondgaan en meteen stopte het gedonder.

Een ander verhaal vertelt dat de relieken van Martinus waren zoekgeraakt in de loop der jaren en dat ze slechts dankzij een mirakel door Gregorius werden teruggevonden.

 

Er doen nog wel meer verhalen en legenden de ronde over deze Gregorius van Tours, meer dan er over zijn werkelijke leven bekend is, want de informatie daarover is bijzonder gering. Wat enigszins verbazend kan genoemd worden vermits Gregorius heel wat geschriften heeft nagelaten die ook nu nog een grote (historische) waarde hebben.

 

Gregorius werd op 30 november 538 (ongeveer) geboren in Clermont-Ferrand in het Centraal Massief in Frankrijk. Dat is zo’n 20 jaar na het overlijden van de eerste grote Frankische vorst Clovis of Chlodovech (zie Rinkkrant 732), toen Chlotarius, zoon van Clovis, over het Frankenrijk heerste. Gregorius, voluit heet hij Georgius Florentius Gregorius, zal in zijn leven heel wat te maken hebben met dat koningshuis, dat nu bekend is als de Merovingers. Vooral de kleinzoons van Clovis zullen met hem te doen hebben, want het is Sigebert I die Gregorius aanstelt tot bisschop van Tours in 575. Maar Sigebert (gehuwd met de ons beter bekende Brunhilde) leefde op oorlogsvoet met zijn broer Chilperik I en het is deze laatste die de macht zal verwerven. Wat dus ook inhoudt dat Gregorius, als beschermeling van Chilperik niet al te hoog in aanzien zal staan bij de nieuwe machthebber en vooral niet bij diens eega Fredegonde. Gregorius sterft op 17 november 594, reden waarom hij op deze datum herdacht wordt.

 

Dat is alles wat we weten over zijn bestaan. Neen, we weten ook dat hij boven het graf van Martinus een basiliek bouwde. Daarvan zijn er nu slechts enkele restanten over en wat verderop in de stad is er een grotere basiliek neergezet waarin het schrijn van Martinus een ereplaats heeft gekregen.

 

En er is nog meer. Gregorius heeft zelf heel wat geschreven en zo heeft zijn naam een belangrijke plaats verworven in de geschiedenis van West-Europa.

Er is zijn meest bekende en gewaardeerde werk: Historia ecclesiastica Francorum (tien boeken over de geschiedenis van het Frankische rijk). Daarin vertelt hij over het christelijke leven in de tijd der Merovingers. Dit werk is een van de belangrijkste bronnen over deze periode. Niet altijd zeer betrouwbaar, vermits Gregorius zich nogal eens laat verleiden tot het neerschrijven van legenden als waren het historische gebeurtenissen. Hij droeg daardoor bij aan de legendevorming rond bijvoorbeeld bisschop Servatius van Tongeren en Maastricht (zie Rinkkrant 729).

 

Hij schreef acht boeken vol met wonderbaarlijke vertellingen over heiligen: Miraculorum libri octi. Deze boeken hangen een bijzonder goed beeld op van de volksdevotie en de gebruiken tijdens de Merovingische periode.

En dan is er nog De gloria martyrum, waarin hij de levens van enkele martelaren beschrijft. Uit dit boek werd heel wat materiaal gehaald door andere auteurs, onder andere door Jacobus de Voragine die er stof uit putte voor zijn Gouden Legende, het basiswerk voor al wie geïnteresseerd is in heiligenlegenden. Zo vinden we bij Gregorius de eerste vermelding van het verhaal over het Thebaans legioen, dat je kon lezen in Rinkkrant 803.

Een ander zeer bekende legende is die over de Zevenslapers van Efese. Niemand minder dan Mohammed heeft deze legende een kleine halve eeuw later ook opgenomen in de Koran. Het verhaal gaat over zeven jonge mannen in Efese die omwille van hun geloof vervolgd worden. Zij vluchten uit de stad en vinden een grot waarin zij zich verbergen. Hun hond Al-Rakim houdt de wacht. De jonge mannen vallen in slaap. Als ze wakker worden blijken ze 200 jaar geslapen te hebben.

 

Ten slotte is er ook nog een belangrijk werk van zijn hand, zeker voor geestelijken. Gregorius heeft namelijk ook een boek geschreven over de loop der sterren - De cursu stellarum -, niet omdat hij wetenschappelijke betrachtingen koesterde, maar om de geestelijken en monniken van zijn bisdom ter hulpe te zijn bij het bidden van hun getijden. In 47 bijzonder korte hoofdstukjes geeft hij informatie over de toen bekende planeten, sterren en over de schijngestalten van de maan.

 

Gregorius heeft zelf ook ooit een wonder volbracht. Zijn vader was namelijk eens zwaar ziek en niemand kon hem genezen. Op een nacht droomt Gregorius dat hij de gal (of lever) van een vis moet nemen en daarmee zijn vader moet genezen. En het werkte. Nu was dat niet zomaar in zijn droom opgekomen, hij had deze remedie hoogstwaarschijnlijk al gelezen in de bijbel, waarin verteld staat hoe de engel Raphaël de oude Tobias geneest door gebruik te maken van de gal van een vis. Omwille van dit wonder wordt Gregorius van Tours dan ook afgebeeld met een vis.

 

In de sprookjes van Grimm vinden we een verhaal dat reeds opgeschreven werd door Gregorius van Tours. Bij Gregorius heet het ‘De Dodenkerk’, bij Grimm kennen we het als ‘Het oude Moedertje’. Je vindt het helemaal achteraan in het sprookjesboek bij de Kinderlegenden.


Er was eens in een grote stad een heel oud moedertje, en zij zat ‘s avonds alleen op haar kamer, en ze zat erover na te denken, hoe ze eerst haar man, dan haar beide kinderen, langzamerhand al haar familie, en tenslotte vandaag nog haar laatste vriend had verloren, en dat ze nu helemaal alleen en verlaten was. Toen werd ze moedeloos en treurig in het diepst van haar hart, maar het zwaarste woog haar wel het verlies van haar beide zoons; en in haar verdriet gaf zij God er de schuld van. Ze zat zo stil en in gedachten verzonken, toen opeens de kerkklok luidde voor de kerkdienst. Zij verbaasde zich erover dat ze zo de hele nacht in verdriet had doorgewaakt, en ze stak licht aan en ging naar de kerk. Bij haar aankomst was de kerk al licht, maar niet, als gewoonlijk, door kaarsen maar door een eigenaardige schemer. De kerk was ook al helemaal vol, ja, alle plaatsen waren bezet, en toen het moedertje op haar gewone plaats kwam, was die ook niet meer leeg, maar de hele bank zat vol. En toen ze de mensen aankeek, toen waren het allemaal gezichten van familie die al overleden was, ze zaten daar in hun ouderwetse kleren, maar met bleke gezichten. Ze praatten niet en ze zongen niet, maar er ging een zacht gemurmel door de kerk. Toen stond er iemand op en ging naar voren en zei tegen het oude moedertje "Kijk eens naar het altaar, daar zult u uw beide zoons zien." De oude vrouw keek en ze zag haar beide kinderen, en de één hing aan de galg en de ander was op het rad gebonden. Toen zei de moei: "Zie je, zo zou het hun vergaan zijn, als ze in leven waren gebleven en God hen niet als onschuldige kinderen bij zich had genomen." Sidderend ging het oude vrouwtje huiswaarts, en op haar knieën dankte zij God, dat hij het beter voor haar had gemaakt, dan ze had kunnen begrijpen. En op de derde dag ging zij liggen, en stierf.


De naam Gregorius kom je in de heiligenkalender regelmatig tegen. Gregorius van Tours is niet de meest bekende en zijn naam is dan ook niet de aanleiding geweest om kinderen naar hem te noemen. Daarvoor was de naam van paus Gregorius de Grote veel belangrijker. De bespreking van namen (voornamen, familienamen en aardrijkskundige namen) zal ik dan ook pas geven in Rinkkrant 901 als paus Gregorius ter sprake komt.


Komt Gregorius van Tours ter sprake in Rinkrank? Niet in de klas, maar als achtergrondinformatie bij de geschiedenis - vooral als het over Clovis gaat en de Merovingische koningen - is hij aanwezig. We kunnen eigenlijk niet zonder hem, vermits hij de belangrijkste bron van informatie is over die Merovingers.


En we mogen ook niet vergeten dat tegenwoordig in de stripwereld goede (en minder goede) historische strips worden uitgegeven. Eén ervan, DE FRANKEN, is in 1999 uitgegeven bij Arboris en is volledig gebaseerd op het boek van Gregorius van Tours, Historia ecclesiastica Francorum. Reden genoeg dus om aan deze heilige wat aandacht te besteden.