31 oktober : HALLOWEEN

 

Luc Cielen


Een feest dat vanuit Amerika is overgewaaid naar ons continent en razendsnel zijn plaats tussen de jaarfeesten heeft veroverd. Alhoewel het feest uit Amerika afkomstig is, heeft het toch zijn roots in Europa. Veel is er over de oorsprong niet geweten, de enige verklaring gaat terug op het Oud-Keltische feest van Samhain.


Maar eerst over de naam, want die heeft alles te maken met 31 oktober.

Halloween is een vervorming van ALL HALLOW’S EVENING of ALL HALLOWS’ EVE. Dit betekent : avond vóór Allerheiligen, het feest dat gevierd wordt op 1 november. Vroeger begonnen feesten steeds op de avond vóór de feestdag. Dat was nog een herinnering aan de tijd dat de dag ‘s avonds begon. Vijftig jaar geleden was het nog heel courant dat je verjaardag (of naamfeest) gevierd werd op de avond ervóór. Enkele feesten hebben dat avondgevoel nog heel sterk bewaard : Kerstmis en Nieuwjaar zijn heel duidelijke voorbeelden, minder consequent zijn we in de viering van Sinterklaas : vroeger kwam die op 5 december ‘s avonds, nu komt hij meestal op 6 december of in het weekend dat daar aan voorafgaat of daar op volgt.

Allerheiligen op 1 november is een groot kerkelijk feest, het is de dag waarop alle heiligen van de Roomse Kerk herdacht en gevierd worden. De volgende dag is het Allerzielen, dag waarop de gestorvenen herdacht worden, en nu is het wel opvallend dat dàt feest nog het sterkst van allemaal is blijven bestaan op de avond vóór het feest en zelfs nog meer naar voren werd geschoven. Het begint al in de namiddag van Allerheiligen zelf, meestal met een bezoek aan het kerkhof. Met het teloorgaan van het besef dat de dag ‘s avonds begon, is ook het bewustzijn voor het feest van Allerzielen verloren gegaan, in die zin, dat men nu gewoon op Allerheiligen al van ‘s morgens de kerkhoven bezoekt. Zo kreeg Allerheiligen een inhoud van kerkhof, knekelhuis en grafbezoek mee. En dat zette bepaalde geesten, met een hang naar het lugubere, aan het werk om op de avond voor Allerheiligen al dat gedoe rond de dood in een apart kleedje te steken, er een soort luguber feest van te maken. En ze zijn in hun opzet geslaagd : Halloween is nu stilaan meer bekend dan Allerheiligen. Het is bovendien een interessant commercieel gegeven geworden : de winkels bieden talloze producten aan die met dood, heksen, tovenaars en dergelijke te maken hebben. Halloween wordt stilaan een soort carnaval, een carnaval van dood en magie. Is het misschien de materialistische neerslag van de New Age ? En heeft het succes van Harry Potter er iets mee te maken ?

Als feest van tovenaars en heksen lijkt Halloween heel sterk op dat andere - haast vergeten - feest : Meiavond. De avond van 30 april, de dag vóór 1 mei, is al eeuwenlang gekend als de Sint-Walpurnisnacht of de heksensabbat. Het was de avond waarop de meifeesten werden gehouden, met dansen rond de mooi versierde meiboom. De nacht die daarop volgde, gingen de heksen aan het dansen. Hier en daar worden er rond die tijd van het jaar heksenfeesten en heksenwandelingen gehouden. Het is alles wat er van dat feest rest. Maar opvallend is wel de datum : 30 april staat in de jaarkring pal tegenover 31 oktober : exact een half jaar verschil tussen de beide heksenfeesten. Bij het ene feest staan we aan de vooravond van de jonge lente, bij het andere loopt de herfst ten einde en kondigt de winter zich al aan. Nieuw leven en bloei staat hier tegenover verval en dood.

Het begin van de winter wordt ook al eeuwenlang gevierd op 11 november. Het is een feest dat wij kennen als het Sint-Maartenfeest dat de kinderen ook wel lantaarntjesfeest noemen, omdat op Sint Maarten de kinderen ‘s avonds met lantaarns rondtrekken. Die lantaarns werden vroeger gesneden uit bieten of rapen, later uit pompoenen, of gemaakt van karton en zijdepapier. De gewoonte om met lantaarns rond te trekken op dat feest was een verwijzing naar de legende van Sint Maarten, waarin wordt verteld hoe de inwoners van Tours Martinus tot bisschop van hun stad wilden maken. Martinus wilde kluizenaar blijven en ging op de vlucht. De mensen van Tours gingen hem zoeken en bijgelicht door fakkels en lantaarns vonden ze hem in een ganzenhok.

De gewoonte om lantaarns te maken voor dat feest ging in Engeland over op een ander feest, dat amper één week vroeger werd gevierd, namelijk op de vooravond van 5 november : Guy Fawkes Day. We komen daarbij in de tijd al wat dichter bij Allerheiligen, inhoudelijk komen we dichter bij Halloween. Dat komt zo : Guy Fawkes was wat we nu zouden noemen een terrorist. Hij blies op 5 november 1605 de ‘Houses of Parliament’ op. Als beloning daarvoor werd hij gevangen genomen, opgehangen en als toemaatje ook nog eens gevierendeeld. Het jaar daarop stelde het Engelse Parlement de 5e november in als officiële feestdag, een dag van publieke dankzegging of Thanksgiving Day (niet te verwarren met de Amerikaanse Thanksgiving Day die iets later op het jaar wordt gevierd). Omdat Engeland steeds meer protestant was geworden, kreeg dit feest steeds meer belang en kon men het katholieke Allerheiligen minimaliseren. Inhoudelijk werd echter heel wat overgenomen en ook de lantaarns van Sint Maarten kwamen een handje toesteken. Op de avond vóór 5 november (Mischief Night) maakten de kinderen lantaarns en maakten ze ook een pop. Die noemden ze ‘Guy’ en daarmee gingen ze van deur tot deur of zetten hem op de straathoeken neer en vroegen iedereen een ‘penny for the Guy’. Het hoogtepunt van het feest was de verbranding van de ‘Guy’ op een grote brandstapel. Iets gelijkaardigs kende men vroeger in Limburg : daar werd ‘Jan Krediet’ verbrand, en dat gebeurde op dezelfde manier als bij de ‘Guy’, met lantaarntocht langs huizen en straten en eindigend met een groot vuur.

De lantaarns bij de Guy Fawkes Day werden gesneden in de vorm van maskers en kregen allengs een meer en meer luguber karakter. Voor kleine kinderen zagen ze er toch wel heel angstaanjagend uit.

Het feest week samen met de emigranten uit naar Amerika, waar het een vruchtbare voedingsbodem vond in de grote Ierse kolonies. Daar kreeg het feest weer meer katholieke trekken en kwam op Allerheiligen terecht, aangevuld met wat op Guy Fawkes Day ontstaan was. De lantaarns van bieten en rapen werden lantaarns van pompoenen (die werden in Amerika in massale hoeveelheden gekweekt en waren dus voor de hand liggend) en zo kreeg de vooravond van Allerheiligen zijn belangrijkste attribuut : de pompoenlantaarn. Halloween en pompoenen zijn nu onafscheidelijk.

Halloween verzamelt in zijn feest dus heel wat elementen : Sint Maarten (lantaarns) - Guy Fawkes (poppen en vuur) - Allerzielen (dood) en Allerheiligen (feest en datum). Omdat het feest van Sint Maarten verloren was gegaan, ontstond er een leemte : tussen 15 augustus (Oogstfeest) en 25 december (Kerstmis) was er geen feest meer. Zo kon Halloween die leegte opvullen en dat is hoogstwaarschijnlijk de reden waarom Halloween zo in de smaak valt.

Halloween heeft naar het schijnt nog meer wortels. Maar die zijn eerder hypothetisch. Naar het schijnt vierden de Kelten eertijds op 1 november nieuwjaar. Het was het feest van Samhain, de dag waarop ook de doden werden herdacht. De Kerk zou dit feest dan verchristelijkt hebben tot Allerheiligen. De bekeerde Kelten hielden nog wel vast aan hun goden, maar onder invloed van het ‘ware’ geloof werden deze afgebeeld als demonen, als duivels. En zo zouden ze eeuwen later dan weer opduiken in het feest van Halloween.

Vermits in deze school het feest van Sint Maarten nog intens gevierd wordt, lijkt het me niet noodzakelijk om ook nog eens Halloween te gaan vieren. Laat ons de pompoen- en andere lantaarns maar houden op Sint Maarten, een feest dat toch sterker met de West-Europese cultuur is verbonden dan Halloween. En laat ons de doden maar piëteitsvol gedenken op de dag die daarvoor uitermate geschikt is : 1 november. Mocht u op die datum in Duitsland of een ander Midden-Europees land komen, ga dan ‘s avonds eens op het kerkhof wandelen en geniet van de talloze flakkerende lichtjes in eenvoudige en mooie lantaarns, neergezet op of bij de grafstenen. Dat brengt u beter in de juiste stemming dan het opgeklopte gedoe van Halloween.

En dat geraamte in de zesde klas ? Dat heeft niets met Halloween te maken, maar alles met de lessen menskunde. Al is het moment waarop deze lessenreeks valt niet helemaal toevallig, het is mijn toegeving aan Halloween. En zo krijgt dit feest dan toch weer een licht pedagogische tintje.