HENDRIK DE ZEEVAARDER.

Henrique Navegador (Porto, 4 maart 1394  Sagres, 13 november 1460)

 

4 zonen van Johan van Portugal en Philippa van Gent (Engeland) komen aan bod in dit verhaal

1. Edward (Duarte)

2. Peter (Pedro)

3. Hendrik (Henrique) Derde zoon van koning

4. Ferdinand (Fernando de heilige)

Toen de oudste drie broers ongeveer 20 jaar waren, wilden ze tot ridders geslagen worden. Daarvoor moesten ze echter het bewijs leveren dat ze moedig waren en de eer van hun familie hoog konden houden. Er was in die tijd echter geen enkele oorlog met Portugal, zodat ze niet de mogelijkheid hadden om hun moed te bewijzen.

Hun vader Johan wilde hen wel helpen om de titel van ridder te verwerven en beloofde een reeks steekspelen en tornooien te organiseren zodat ze daar hun moed konden bewijzen.

De broers waren echter niet tevreden met tornooien en steekspelen: ze wilden een echte oorlog, net zoals hun vader die had meegemaakt.

De schatbewaarder van het paleis had toevallig hun gesprek gehoord en ging naar hen toe.

Hij zei: een van mijn slaven komt uit Ceuta (aan de overkant van de rots van Gibraltar). Hij heeft mij verteld over de fabelachtige rijkdom van de stad en heeft me ook gezegd dat de stad aan de kant van de zee niet goed verdedigd is (er was toen nog geen fort gebouwd aan die kant van de stad). Jullie moeten naar je vader gaan en hem overhalen om een oorlog te beginnen tegen Ceuta, die bovendien een moslimstad is.

Dit was een opmerkelijk en ongewoon voorstel, want de Portugezen en Spanjaarden hadden al wel een lange traditie van strijd tegen de moslims, maar hadden hen nog nooit buiten het Iberische schiereiland aangevallen. Tot dan toe was het er steeds om gegaan hen uit Spanje te verdrijven.

De broers gingen met het voorstel naar hun vader. Zij kregen als antwoord: “Denken jullie nu echt dat Ceuta zo zwak verdedigd is? Het is net van daar uit dat de moslims ons zo dikwijls hebben aangevallen. Nee, Ceuta zal wel degelijk beschermd zijn. Nee, het lijkt me beter om dat uit het hoofd te zetten of tenminste alles nog eens goed te overdenken.

Hendrik, jongste van de drie, die het ook het beste kon uitleggen, hield voet bij stuk en praatte zo lang in op zijn vader dat die toelating gaf om de nodige voorbereidingen te treffen, op voorwaarde dat niemand in Portugal of Spanje of eender welk ander land daarvan iets zou te weten komen. Alles moest in het grootste geheim gebeuren.

Johan: Bedenk ook wat de gevolgen kunnen zijn. Als Ceuta in onze handen valt, kunnen de moslims niet meer de zee oversteken om Granada te helpen. Granada werd op dat moment door de koning van Castilië belegerd. Castilië zal dan Granada innemen en – omdat er dan geen vijand meer over is – zal de koning van Castilië zich tegen ons keren en ons de oorlog verklaren.

Hendrik: Maar denk ook eens aan wat de kruisvaarders hebben bereikt. Door hun onverschrokken moed in dienst van God, hebben zij toch Jeruzalem kunnen veroveren. Als wij Ceuta aanvallen, dan is dat toch ook een dienst aan God, want we verjagen dan de ongelovigen. Het is in de ogen van God belangrijker de moslims te doden.

De vader, die ridder was in de Orde van Christus, en voor wie het doden van moslims zijn voornaamste taak was,  gaf toe.

Nu moesten de broers aan het werk.

Ze lieten bekendmaken dat ze per galei op reis gingen naar Sicilië. Ze voeren door de Straat van Gibraltar. Toen ze ter hoogte van Ceuta waren gekomen lieten zij het anker uitwerpen. Toen moslimschepen langszij voeren om te vragen wat zij daar deden, antwoordden ze: dit doen we om de bemanning wat rust te gunnen. In werkelijkheid was het om de verdedigingswerken van Ceuta te bespieden. Dan reisden ze verder naar Sicilië. Op de terugweg maakte een modelbouwer zonder dat iemand het merkte, een model op schaal van de stad. Hij deed dit met zand, linten en bonen.

Toen de broers enkele weken later thuiskwamen, toonden zij het model van de stad aan hun vader. Toen hij zag hoe zwak Ceuta erbij lag, aarzelde hij niet en gaf zijn volle toestemming, beloofde medewerking en geld.  (uit zijn eigen fortuin en van de Orde van Christus)

De voorbereidingen begonnen.

Er werden touwen gevlochten

Kuipen gemaakt (vaten)

Vee geslacht en het vlees gepekeld

Bakken van scheepskoek

Vangen en drogen van vis

Kalfaten van scheepsrompen en dekken

Maken en inpakken van stenen kogels, gieten en klaarmaken van de kanonnen

 

Iedereen merkte natuurlijk wat er gebeurde en vroeg zich af waarom?

Maar alleen Johan en zijn drie zonen kenden de ware toedracht. Alle anderen, zelfs de Portugese regering wisten niet waarom.

Granada (moslims) en koning van Castilië werden ongerust. Was Portugal een beslissende slag aan het voorbereiden tegen hen?

Hoe losten ze dit op?

Koning Johan stuurde een ultimatum naar de hertog van Holland en zorgde ervoor dat alle andere landen dat zo snel mogelijk te horen kregen.

Maar tegelijk stuurde hij in het grootste geheim een gezant naar Holland die aan de hertog moest uitleggen dat dit maar schijn was, om de echte bedoelingen te verbergen.

Pas toen de hele vloot klaar was en de bemanning gereed was, kreeg de regering te horen wat de echte bedoeling was.

De tweede week van augustus 1414 verschenen er plots 200 Portugese schepen voor de kust van Ceuta. Al snel brak de strijd los en op 1 dag was Ceuta overrompeld via man-aan-mangevechten. De drie prinsen blonken uit in moed en dapperheid.

De drie prinsen werden door hun vader geridderd in Ceuta.

Dit is een zéér belangrijk moment geweest in de geschiedenis van de mensheid. Want daar werd de basis gelegd voor wat er nu ging volgen.

Waarom?

Prins Hendrik had bij de bouw van de vloot een netwerk van zeelui, scheepsbouwers enz. leren kennen.

Hij had geleerd dat een schip dat goed voorzien was van proviand en drinkwater het lang op zee kon uithouden.

Hij had gezien dat een aanval van op zee zeer geschikt was om de moslims te overwinnen.

Hij vernam in Ceuta dat het moslimrijk zich nog véél verder langs de kust van Afrika uitstrekte.

Hij  vernam ook dat de handelskaravaan uit West-Afrika daar goud en andere goederen leverde.

Hij vernam ook dat in Ceuta specerijen en andere zaken uit het oosten aangevoerd werden.

Maar:

                Het kleine Portugal zou nooit dat grote moslimrijk kunnen overwinnen.

Bondgenootschap was nodig. Daarvoor was de mythe van Priester-Jan (nu gesitueerd in Afrika) weer welkom.

Doel:     De moslims overwinnen (omsingelen via het zuiden van Afrika) en hun landen tot het christendom bekeren. Voortdenkend op de idee van de kruistochten. Dit was zijn belangrijkste argument (was ridder in de Orde van Christus). Hij leefde dus nog met de idee van de kruistochten dat 300 jaar eerder was begonnen. In die zin was hij een echte middeleeuwer.

Zelf de goederen verhandelen die nu via de moslims aangevoerd werden en die niet meer verkrijgbaar waren sinds Ceuta in handen van de Portugezen was.

En hij wilde ook gewoon meer van de wereld kennen. De Portugezen kenden de wereld van de Middellandse Zee wel, maar daar hoorden ze niet echt bij, want hun land lag aan de Atlantische Oceaan. Eigenlijk was het logisch dat ze wel wilden weten dat er aan de andere kant van de oceaan lag. Maar dat komt pas later. Tot dan toe waren de Canarische Eilanden bekend en de kust van Afrika tot Kaap Bojador.

De val van Ceuta was dus eigenlijk de directe aanleiding om op ontdekkingstocht te gaan.

1418:     wil een programma opstellen om stelselmatig op ontdekking te gaan. Maar zal zelf niet gaan. Hij wilde wel plannen, financieren, opleiden van kapiteins, zeelieden, kaartentekenaars, stuurlieden en achteraf het bekijken en analyseren van de resultaten.  Verhuist daarom naar Lagos bij het dorp Sagres waar Kaap Vincent de verste zuidwestelijke uithoek van Portugal en Europa is.

Hij studeert wiskunde, aardrijkskunde, sterrenkunde.

Bouwt daar een sterrenwacht, een fort, een arsenaal, een zeevaartschool en een dorp (Sagres = heilig – bestond trouwens al sinds de Romeinse tijd).

Probleem: plaatsbepaling op zee. Breedteligging van een schip ging nog door de hoogte van de zon ’s middags te meten en de hoogte van de Poolster. Lengtebepaling hing af van de breedte en van de snelheid van het schip.

Hoe berekende men al die gegevens? Kompas, kwadrant – sextant (kwadrant kwam pas in omloop kort voor de dood van Hendrik), zandloper, knopen.

Ontwikkeling van een nieuw schip: het karveel (van het Laatlatijnse carabus = gevlochten boot): had twee soorten zeilen: een latijns zeil (driehoekig) en een vierkant zeil (zoals de Chinese jonken). Het driehoekig zeil is geschikt om te laveren (tegen de wind in te varen en met zijwind varen), het vierkant zeil is geschikt om voor de wind te varen.

DE ZEE DER DUISTERNIS

De zeelui wilden niet voorbij Kaap Bojador varen (net ten zuiden van Gran Canaria).

                De zee kookt er

                Er bestaan daar geen planten, dieren of mensen meer

                De zee is zo ondiep dat de schepen er vastlopen

                Het getij is er zo sterk dat een schip eenmaal voorbij de Kaap nooit meer terug kan keren

De schepen die Hendrik uitzond deden niet wat zij moesten doen: ze voeren naar het oosten (de Middellandse Zee in) om tegen de Islamieten te vechten of om handel te drijven. Hendrik strafte hen niet, maar beloonde hen voor wat ze meebrachten van hun reizen of plunder- en kruistochten.

Sommige kapiteins zeilden naar het westen en ontdekten of herontdekten de Canarische Eilanden, de Azoren en Madeira. Zo werden deze eilanden Portugees bezit en konden dienen als tussenstation voor schepen. Van de Canarische Eilanden waren Lanzarote en Fuerteventura in Spaanse (Castiliaanse) handen.

1418:     ontdekking van Porto Santo. De kapiteins  waren uitgestuurd om voorbij Kaap Bojador te varen, maar door de hevige tegenwind komen ze bij een eiland dat nog niet op de kaarten stond. Ze noemen het Porto Santo. Ze ontdekken dat het zeer vruchtbaar is en geschikt om er te wonen. Ze keren onmiddellijk terug naar Portugal en brengen verslag uit bij Hendrik. Hij stuurt kolonisten naar het eiland, maar één van hen heeft een konijn mee dat zwanger is. De konijnen vermenigvuldigen zich razendsnel op het eiland en vreten alle planten op. De kolonisten moeten ten slotte het eiland verlaten.

1424 :    ontdekking van Madeira. Men plant er wijnstokken en suikerriet.

1425:     verovert Gran Canaria (met vloot van 2.000 man en 100 paarden)

1432:     het eerste eiland van de Azoren wordt bevolkt door de Portugezen. Deze eilanden worden de belangrijkste tussenstap tussen Indië en Portugal.

1433:     GIL EANNES krijgt opdracht om voorbij Kaap Bojador te varen.

Hij durft niet en keert terug en vertelt aan Hendrik alle gevaren die voorbij Kaap Bojador wachten. Hendrik wordt woedend en roept: Ik sta versteld over de fantasieën die jullie allemaal uitkramen. Als er ook maar enig bewijs is voor al die onzin, dan kan ik er begrip voor hebben. Maar ik ben verbijsterd dat jullie zo iets geloven van zeelui die nog minder verstand hebben van varen dan de Vlamingen, en die niet eens met een kompas of een zeekaart kunnen omgaan.”

EANNES vaart opnieuw uit en zweert: “Ik zal mijn heer nooit meer onder de ogen komen als ik mijn opdracht niet uitvoer zoals het hoort.”

1434:     Eannes vaart voorbij Kaap Bojador en brengt planten die daar groeien mee. (was slechts 225 km zuidelijker gevaren). Dus HEEL VOORZICHTIG.

Als beloning wordt Eannes tot ridder geslagen (heeft zijn moed getoond).

1435:     Baldaya vaart 300 km voorbij Kaap Bojador. Ze hebben er sporen gevonden van mensen en kamelen !!!

Baldaya terug naar huis. Hendrik zegt: “Als je sporen van mensen hebt gevonden, dan moeten er mensen wonen of moeten er mensen geweest zijn. Je moet teruggaan en proberen die mensen te ontmoeten en als het kan enkelen gevangen nemen, zodat ik meer te weten kan komen over hun land”.

1436       Baldaya opnieuw naar Afrika. Komt bij een inham (baai) en stuurt 2 man te paard uit om te verkennen. Ze ontmoeten 19 met speren bewapende mannen. Ze stormen erop af in de veronderstelling dat ze hen gemakkelijk de baas kunnen zijn. Maar ze maken snel kennis met de speren en ontsnappen ternauwernood aan de dood. De volgende dag stuurt Baldaya een grotere groep op onderzoek uit, maar ze komen geen mensen meer tegen.

Baldaya vaart nog wat verder zuidelijker en komt bij demonding van de Rio de Oro. Hij weet niet dat hij vlakbij de goudhoudende rivier is die door Arabische karavanen wordt bezocht.

Hij vindt op eilanden voor de kust honderden zeehonden. Zijn manschappen doden er een groot aantal. De zeehondenhuiden en de olie gaan mee naar Portugal om er te verkopen.

1441:     In opdracht van Hendrik varen twee schepen uit met de opdracht enkele mensen uit Afrika mee te brengen. Ze reizen tot Kaap Blanco (400 km ten zuiden van de Rio de Oro)

Ze vangen 12 mensen. Hendrik probeert zoveel mogelijk informatie te verkrijgen van hen. Maar de kapiteins zien in deze gevangenen veel meer een winstgevende handel in slaven. De volgende reizen zullen de kapiteins dan ook vooral uitvaren om slaven te vangen en te verkopen. De slaven werden op de markt van Lagos openbaar verkocht. Met hartstochtelijke taferelen van manen en vrouwen die gescheiden werden van hun kinderen en van elkaar.

1442:     Gonçalves maakt een reis en keert terug met slaven, goudpoeder en struisvogeleieren.

Al de volgende jaren waren er vele reizen naar de Afrikaanse westkust met telkens veel slaven.

1446 :    Sierra Leone wordt ontdekt.

1455:     Cadamosto ontdekt Gambia

1456:     Cadamosto ontdekt de Kaapverdische Eilanden en vaart verder tot de Bissagos-archipel bij de monding van de Geba.

1460:     Hendrik sterft. Heeft geen enkele van de landen gezien die in zijn opdracht zijn ontdekt. Toen hij stierf had hij enorme schulden. Die moesten door zijn erfgenamen betaald worden. Onder andere koning Alfonso V.

1469:     De koning heeft niet veel zin in ontdekkingsreizen om de moslims via die weg te omsingelen, hij ziet meer heil in rechtstreekse kruistochten tegen hen in de Middellandse Zee. Maar de Portugese handelaars willen verder op ontdekking. Alfonso verkoopt het recht op ontdekkingsreizen aan een handelaar van Lissabon voor 5 jaar. Die moet dan elk jaar minstens 600 km nieuwe kust ontdekken. Zijn schepen ontdekken 3.000 km kust in die tijd, steeds zuidelijker varend.

1474:     De koning wil zelf weer het monopolie op ontdekkingsreizen, want hij heeft gezien dat die handelaar er stinkend rijk mee geworden is. Zijn zoon Johan moet de nieuwe ontdekkingen leiden. Dat gebeurt ook van zodra hij Koning is geworden als Johan II.

(vervolg morgen over BARTOLOMEU DIAZ)