JOHANNES CHRYSOSTOMUS, 27 januari (13 september)

Luc Cielen in Rinkkrant 913 van 20 januari 2006


Volgende week is het schooljaar halfweg. De zwaarste helft is daarmee voorbij. Er is een heilige die dat punt in het schooljaar bepaalt en zijn naam heeft gegeven aan een feest dat nog steeds gevierd wordt: Johannes Chrysostomus, al draagt het nu meestal een andere naam: ‘de laatste 100 dagen’. Onder die naam komt het feest ook ter sprake in Rinkrank, in de zesde klas. Als in die klas de wiskundeperiode over de procentberekening aanvangt, beginnen we eerst met een dag lang alles over het getal 100 te bespreken. Een getal dat in heel wat opzichten een speciale rol vervult. Hier dus in verband met het einde van een schooltijd. Meer daarover bij het slot van deze tekst.

 

Sinds de kalenderhervorming in de jaren zestig van de vorige eeuw, wordt zijn feest niet meer op die markante datum gevierd, maar - minder opvallend - op 13 september. Wat dan ook weer niet helemaal volgens de regels is, want hij is niet op 13 september gestorven, maar een dag later.

 

Zijn naam ontleent hij aan Johannes de Doper. Zijn tweede naam is niet zijn familienaam, maar zijn bijnaam. In de Oudheid was het de gewoonte mensen een bijnaam te geven, die dan verwees naar een gebrek of een kwaliteit van de persoon. Bij deze Johannes gaat het echt wel om een kwaliteit. Zijn bijnaam Chrysostomus is Grieks en betekent: ‘gouden mond’. Dat heeft niets met zijn gebit te maken, maar wel met zijn welsprekendheid. Deze Johannes kon zo goed preken, en bereikte daarmee zoveel mensen en kon zovelen in hun geloof overtuigen en sterken dat zijn toehoorders hem met


 deze lovende bijnaam bedachten. Zo is hij dan ook de geschiedenis in gegaan. Of alles wat uit zijn gulden mond kwam ook zo goed was voor mens en geloof, is maar de vraag. In elk geval dragen we nog steeds de gevolgen van zijn uitspraken, en vooral de priesters in de katholieke kerk ondervinden dat aan den lijve.


Johannes werd tussen 344 en 354 geboren in Antiochië (Syrië) in een voorname familie. Na de dood van zijn vader werd hij opgevoed door zijn moeder Anthusa. Zijn leraren waren de filosoof Andragathius en de retoricus (redenaar - een van de hoogst gewaardeerde beroepen in het antieke Romeinse Rijk) Libanius.

 

Alhoewel hij al jong vertrouwd was met het christelijke geloof, werd hij pas gedoopt toen hij volwassen was. Onmiddellijk na zijn doop trok hij zich terug in de bergen bij Antiochië om er in de eenzaamheid een ascetisch leven te leiden. Maar zijn constitutie was te zwak om dat vol te houden en na zes jaar keerde hij terug naar Antiochië. Hij zal trouwens zijn leven lang klagen van hoofdpijn, wat hem niet belette om voortdurend te studeren, te schrijven en te prediken.

In 386 wordt hij presbyter (priester).

In 387 breekt er in Antiochië een opstand uit vanwege een belastingverhoging. Na een preek van Johannes Chr. halen de inwoners de standbeelden van de keizer neer. De keizer wil daarop de stad straffen, maar Johannes bemiddelt, waarop amnestie volgt.

 

In 397 wordt hij door keizer Arcadius met een list naar Constantinopel gelokt, waar hij in 398 tegen zijn zin patriarch wordt.

Hij houdt onmiddellijk grote kuis onder de geestelijken. Hij zet bisschoppen die hun ambt gekocht hadden (simonisten), af, spoort anderen aan tot een meer godvruchtig leven, maant de luieriken aan tot actie en predikt voortdurend een zuiver, godvrezend en sober leven. Velen nemen hem dat niet in dank af, en zeker niet de rijken, edelen en tal van priesters en bisschoppen. Vooral keizerin Theodosia (sommigen vermelden de naam Eudoxia) krijgt er met haar luxueuze levensstijl regelmatig van langs in de preken van Johannes. Begrijpelijk dan ook dat zij tot de hevigste tegenstanders van Johannes kan gerekend worden.

Keizerin en misnoegde bisschoppen, geleid door de bisschop van Alexandrië, Theophilus, die vreesde dat de bisschop van Constantinopel machtiger zou worden dan hij en die een grote tegenstander van hem was betreffende de geloofsleer, wilden zo snel mogelijk de val van Johannes. Zij slagen erin een bisschoppenconferentie te beleggen waarop Johannes van diverse zaken beschuldigd wordt. Johannes wordt gedagvaard, maar weigert te komen. Tot driemaal toe - keizer Arcadius zelf moet tussenbeide komen - weigert hij, maar tenslotte komt hij en wordt dan prompt veroordeeld en verbannen. In 403 is zijn afzetting als bisschop van Constantinopel een feit en gaat Johannes in ballingschap. Tot grote vreugde van de keizerin, die eindelijk van een vervelende kerel verlost is. Maar haar geluk is van bijzonder korte duur.

 

De dag nadat Johannes Chr. vertrokken is, wordt de stad Constantinopel door een aardbeving getroffen. Het volk ziet daarin een teken van God en de keizerin slaat de schrik om het hart. Snel stuurt ze boodschappers om Johannes terug te roepen naar Constantinopel. Hij krijgt zijn bisschopszetel terug.

Maar op het plein vóór de kerk laat Eudoxia een standbeeld van zichzelf oprichten. De inhuldiging ervan gaat gepaard met grootse feesten en uitspattingen. Het is een doorn in het oog van de bisschop die in zijn preken de keizerin zwaar aanpakt. Vanzelfsprekend laat de keizerin dat niet over zich heen gaat en neemt wraak. Tijdens een Paasviering laat zij soldaten het doopfeest dat ‘s nachts gevierd wordt, verstoren. Ze kan wel voorkomen dat er een aanslag op hem wordt gepleegd, want een moord wil ze niet op haar geweten hebben.

Op 4 juni 404 laat zij Johannes een tweede maal verbannen. Nu moet hij naar een dorre plek, Kukus genaamd, in Armenië trekken. Preken heeft daar niet veel zin, dus schrijft Johannes. Meer dan 240 brieven stuurt hij de wereld in. Hij verkrijgt daardoor een wijdverbreide bekendheid en zijn verbanningsoord wordt een centrum van geestelijke arbeid. Van heinde en ver komen er verzoekschriften bij keizer Arcadius om Johannes uit ballingschap te laten weerkeren, maar de keizer blijft (op aandringen van zijn echtgenote) volharden in de boosheid. En opdat niemand al die verzoekschriften zou kennen, laat hij de gezanten eenvoudigweg gevangen zetten.

 

Ten einde raad verplicht de keizerin Johannes om te voet naar een ander verbanningsoord te vertrekken. Een gunstmaatregel zogezegd, want de plek, Pityus genaamd, bij de Zwarte Zee heeft een veel milder klimaat. Onderweg echter begeeft het al zo zwakke lichaam van Johannes en sterft hij in de stad Comana op 14 september 407. Die plek heet nu Tokat en ligt in noordoost Turkije.

Volgens het gelovige volk, dat steeds de zijde van Johannes had gekozen, heeft God daarop ingegrepen, want vier dagen na de dood van hun bisschop sterft de keizerin en korte tijd later ook de keizer.

Op 27 januari 438 laat keizer Theodosius III, zoon van Arcadius en Eudoxia, het gebeente plechtig overbrengen naar Constantinopel.


Johannes Chrysostomus had een grote bewondering voor de apostel Paulus. Hij kreeg verschillende verschijningen van Paulus, die hem hielp bij de uitleg van de Heilige Schrift. Johannes hield 88 preken over het evangelie van Johannes en 90 over dat van Matteüs. Hij hervormde de Griekse Liturgie. Een tekst van hem over de offerande is bewaard gebleven.

 

Dat de christenen en de katholieke kerk nog steeds een moeilijke verhouding hebben tot het seksuele leven van de mens is voor een groot deel aan deze Johannes Chrysostomus te wijten. Hij schreef drie boeken over de seksuele onthouding: ‘Over maagdelijkheid’; ‘Aan een jonge weduwe’ en ‘Over het éne huwelijk’. Zijn boek ‘Over het priesterschap’ (geschreven in 386) is zelfs tot in de twintigste eeuw een veelgelezen werkstuk geweest. Een ander boek ‘Over ijdele roem en kinderopvoeding’ zou ik graag eens lezen, maar heb het tot nu toe niet gevonden. Niet om iets meer te weten over die ijdele roem, die interesseert me niet; zijn uiteenzetting over de kinderopvoeding wel.

Johannes is een van de 4 Griekse kerkvaders: Athanasius de Grote (zie Rinkkrant 829), Basilius de Grote, Gregorius van Nazianze en Johannes Chrysostomus


Johannes zag in Christus twee van elkaar gescheiden naturen: de menselijke en de goddelijke.

Hij verkondigde dat Christus tijdens de eucharistieviering in werkelijkheid afdaalde in de hostie. Volgens hem was de eucharistie gelijk aan het kruisoffer op Golgotha.

Johannes beweerde ook dat de paus van Rome zijn primaatschap alleen te danken heeft aan de positie die Petrus bekleedde temidden van de apostelen.


In afbeeldingen zie je hem in Byzantijnse klederdracht met een schriftrol in de hand, die soms overgaat in een rivier waaraan priesters en gelovigen zich laven.


In de Albertina in Wenen bevindt zich een schilderij van Hans Sebald Beham, geschilderd in de jaren 1525-1528, waarin de legende voorkomt van de verleiding van een vrouw. daar zie je hem naakt op handen en voeten lopend, terwijl de naakte vrouw haar (zijn?) kind verzorgt. Dat schilderij is geïnspireerd door een gedicht dat In de veertiende eeuw verscheen in Florence. Daarin is er sprake van een rover Giovanni (Johannes) Boccardo, die een vrouw had verkracht en in een put had geduwd. Als boetedoening voor zijn wandaad trok deze Giovanni zich terug in de woestijn, waar hij zich, ongekleed, overgaf aan de strengste ascese. In de overlevering werd deze figuur vereenzelvigd met Johannes Chrysostomus.


Hij is ook afgebeeld als één van de 4 bronzen beelden die het altaar van Bernini in de Sint-Pietersbasiliek van Rome ondersteunen. (samen met Ambrosius, Augustinus en Athanasius) en is daardoor veelvuldig te zien op tv.

Zijn relikwieën zijn te vinden in de kloosters op de berg Athos, in Moskou, Kiev, Venetië, Dubrovnik, Parijs en Brugge en nog op enkele andere plaatsen.


Chrysostomus werd elk jaar op 27 januari gevierd door de leerlingen van de hoogste klas van de humaniora, en luidde de laatste 100 dagen van de middelbare school in. Dat laatste jaar van de humaniora heette ‘retorica’, vandaar dat de grootste christelijke retoricus de eer kreeg om die laatste 100 dagen in te luiden. Het feest van Chrysostomus wordt niet meer gevierd op 27 januari, maar het feest van de laatste 100 dagen is gebleven en daar kan je eerstdaags in de omgeving van middelbare scholen weer niet naast kijken. Of het feest nog dezelfde charme heeft als eertijds? Wat ik de jongste jaren zag doet me vermoeden dat het eerder tot een soort van studentendoop is verworden, en dat is meestal niet het mooiste en gezelligste feest van het jaar.