RINKRANK

WISKUNDE

 

 

Hoewel de inhouden van de wiskunde in aparte periodes worden aangeboden, is er een voortdurende aandacht voor het gebruik ervan in andere lessen en periodes. De mogelijkheden tot beweging (o.a. ritmiek) en het aanwenden van kunstzinnige elementen worden uitvoerig gebruikt.

 

KLEUTERSCHOOL

's Morgens na de begroeting door de kleuterleidster zitten de kleuters in een kring en tellen hoeveel kinderen er zijn. Daaropvolgend:  'Hoeveel kinderen ontbreken er?' vraagt de kleuterleidster. Zo wordt er elke dag met rekenen omgegaan: tellen en rekenen. Dat gebeurt ook op vele andere momenten van de dag, onder andere tijdens het vrije spel (hoeveel kussens mogen we nemen? Hoeveel blokken mogen we gebruiken? Enz..), aan tafel bij het delen van fruit, bij verjaardagen van de kleuters of van de kleuterleidster. Elk moment om het rekenen te stimuleren wordt gebruikt. Begrippen als groter dan, meer dan, evenveel als, enz. worden voortdurend geoefend.

 

LAGERE SCHOOL

Eerste klas:

De getalbeelden tot 12 worden vanuit beweging, ritmiek, voorwerpen en tekeningen verkend en geoefend. Het kunstzinnige element is overduidelijk aanwezig. Vanaf het tweede trimester wordt de getallenrij uitgebreid tot 24 of verder.

Vanaf het begin wordt er - vooral al doende - geoefend op de vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

Verdelen komt eerst: vanuit het geheel naar de delen of : ik heb zoveel en moet dat verdelen aan die en die.

Samenvoegen komt daarna: die heeft zoveel en die heeft zoveel, hoeveel hebben ze samen?

Het verschil zien tussen hoeveelheden leidt tot aftrekken.

Vermenigvuldigen komt tot stand als een verkorte optelling, maar ook als een ritmisch proces of een visueel zien van hoeveelheden die geordend zijn.

De maaltafel van 2 wordt volledig geleerd, de maaltafels  van 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 gedeeltelijk.

Veel rekenverhaaltjes.

 

Tweede klas:

De getallenrij breidt uit tot 100.

Het honderdveld wordt in alle mogelijke richtingen verkend en geoefend.

De vier hoofdbewerkingen worden intensief geoefend. In de opgaven zit steeds een 'tweede niveau' die de kinderen leert om met meer aandacht naar de getallen te kijken.

De kinderen werken veel met materialen en leren opgaven met grotere getallen op te lossen naar analogie met eenvoudigere opgaven.

Het aanleren van de tafels van vermenigvuldiging en deling is de hoofdbrok in deze klas. Dit wordt ritmisch en plastisch ondersteund.

Veel rekenverhalen en rekendictees.

Aanzet tot het cijferen.

 

Derde klas:

De getallenrij breidt uit tot 1000 en verder.

Hoofdrekenen wordt dagelijks geoefend. Met ook hier weer een 'tweede niveau' in de opgaven.

De tafels van vermenigvuldiging en deling moeten stilaan door en door gekend zijn.

Getallen worden ontleed in eenheden, tientallen, honderdtallen...

De tafeldokter (onderzoek van de tafels van vermenigvuldiging in voorbereiding op staartdelingen)

Het cijferrekenen vangt aan in de vier hoofdbewerkingen. Vooral optellen en aftrekken, maar ook eenvoudige trapvermenigvuldigingen en staartdelingen.

Breuken: een eerste kennismaking met de breuken door het leren verdelen van grootheden. Een week lang worden cirkelvormen verdeeld, een week lang vlakke vormen, een week lang lijnstukken. De stambreuken worden daaruit afgeleid. Het belangrijkste element hierbij is toch dat de kinderen leren hoe ze moeten verdelen in 4, in 8, in 12, in 15, in 16 enz... Dit is een toepassing op het kennen van de tafels.

Metend rekenen.

Veel rekenverhalen en rekendictees.

 

Vierde klas:

Hoofdrekenen en cijferrekenen in de vier hoofdbewerkingen. Vooral trapvermenigvuldigingen en staartdelingen.

De breuken zijn nu het belangrijkste onderdeel van de wiskunde. Alle aspecten van breukenbewerkingen komen aan bod.  Het kunstzinnige is hierbij een grote ondersteuning.

Grootste Gemene Deler en Kleinste Gemeen Veelvoud.

Metend rekenen.

Veel rekenverhalen en rekendictees.

 

Vijfde klas:

Hoofdrekenen en cijferrekenen in de vier hoofdbewerkingen.

Alle breukenbewerkingen met uitbreiding naar stapel- en kettingbreuken.

Deelbaarheid van getallen.

Priemgetallen

Grootste Gemene Deler en Kleinste Gemeen Veelvoud als toepassing op deelbaarheid en priemgetallen.

Het tweetallig getallensysteem.

Historische wiskunde: rekenen zoals de Oude Egyptenaren.

Diverse rekenvondsten, rekentrucjes en rekenspelletjes.

Bekende wiskundigen

Meetkunde

 

Zesde klas:

Hoofdrekenen en cijferrekenen in de vier hoofdbewerkingen.

Alle breukenbewerkingen met uitbreiding naar stapelbreuken.

Procent- en renteberekening.

Historische wiskunde: Gulden Snede, Fibonacci, De combinatiedriehoek van Pascal e.a.

Diverse getallenrijen.

Kunstzinnig onderzoek van de tafels van vermenigvuldiging.

Meetkunde