Uitspraken van Rudolf Steiner in verband met pedagogie: KUNSTZINNIG

nummer Voor de herkomst van de uitspraken (boek, bladzijde, voordracht, stad, datum): klik hier.
1226 En zelfs al kan men zo diep ingaan op wat de mens is, dat hij doorzichtig voor ons wordt tot in de activiteit van het spierstelsel voor het elfde jaar, en het beenderstelsel na het twaalfde jaar, dan blijft toch nog altijd onbesproken, wat toch voor een kunstzinnig bedoeld onderwijs en een kunstzinnig bedoelde opvoeding buitengewoon noodzakelijk is, namelijk de individualiteit van de mens. Elk kind is een ander wezen, en als men doet wat ik tot nu toe beschreven heb, is dat toch nog maar de allereerste stap op de weg naar een kunstzinnig-begrijpend kennen van het kind. 
1253 Het komt er helemaal op aan dat het contact tussen de leraar en het kind volkomen is gedrenkt in het kunstzinnige. Daardoor juist zal bij de leraar zelf veel een intuïtief, instinctief karakter verkrijgen, van wat hij met betrekking tot de individualiteit van het kind op bepaalde ogenblikken moet doen. 
1255 Als men het kind onderwijst met zin voor het kunstzinnige dan zal men al hetgeen er in opvoeding en onderwijs aan kunstzinnigs aanwezig is, volkomen instinctief daarnaar regelen. Krijg ik met een dergelijk kind te maken, dan zal ik hem op een heel andere manier met kleuren, met het schilderkunstige element laten werken, dan een ander kind. 
1266 Zodat er op de Waldorfschool dan ook naar gestreefd wordt zo veel mogelijk, voor zover het gaat, met inbegrip van de vaklessen in de lagere klassen alles, en in ieder geval al hetgeen wat tot de menswording moet leiden, door slechts één leerkracht te laten doen. Doordoor worden echter juist met betrekking tot het kunstzinnige aan deze leerkracht de hoogste eisen gesteld en wordt van hem een uiterst bereidwillige, liefdevolle toewijding geëist. Maar op een andere manier bereikt men niets heilzaams voor de ontwikkeling van de mensheid. 
1307 Dat kunnen wij nu slechts doen vanaf het zesde leerjaar; veel van deze dingen horen thuis in een vroegere leeftijdsfase, maar ik heb daar al eerder op gewezen - wij moeten compromissen sluiten, het ideale zal men pas later kunnen bereiken, en dan zal wat betreft het praktische werk ook een negenjarig kind kunnen doen, wat nu het elf- of twaalfjarige kind doet. Dit praktische werk draagt echter het karakter van een vrije bezigheid en van een overgang in het kunstzinnige. Het kind moet vanuit de wil bezig zijn, en niet vanuit het een of ander dat hem is voorgeschreven. 
1308 Zo laten wij het kind binnen een vorm van het handvaardigheidsonderwijs allerlei voorwerpen uit hout snijden of anderszins vervaardigen, welk werk naar eigen idee verricht wordt. Men ervaart daarbij hoe bij een vorm van onderwijs, die het levende als grondslag heeft, de kinderen werkelijk de dingen vanuit zichzelf weten te putten. Ik wil een voorbeeld geven. We laten de kinderen voorwerpen uit hout steken, met half een kunstzinnig- en half een nuttigheidskarakter. Deze schaal bijvoorbeeld, daar kan men iets in doen. We laten de kinderen deze schaal uitgutsen in een zodanige vorm en vormgeving, zodat de kinderen iets maken dat vorm krijgt vanuit hun wil en welbehagen. Daarbij treedt echter iets heel merkwaardigs op. 
1309 Neemt u even aan dat we op een of ander ogenblik de menselijke anatomie in de klas behandeld hebben, zoals dat voor die klas heel speciaal moet gebeuren. Wij hebben aan de kinderen de vorm van het beenderstelsel verklaard, we hebben de kinderen ook de vorm verklaard van het uiterlijke lichaam, en de manier waarop het menselijk organisme leeft. Doordat het onderwijs een artistieke, kunstzinnige vorm heeft, in die zin waarin ik het de afgelopen dagen heb beschreven, hebben de kinderen dat alles op levendige wijze in zich opgenomen. Het is tot in hun wil gegaan, niet slechts tot in hun gedachten, tot in hun hoofd. Wanneer zij nu aan de slag gaan om zoiets te maken, dan kan men zien, hoe dit in hun handen verder leeft. De vormen worden anders al naar gelang we in het onderwijs het een of ander bedrijven. Dat komt in de vorm tot gestalte. Aan het praktische werk van de kinderen kan men zien wat er in de morgenuren van acht tot tien is gedaan, daar hetgeen aan onderwijs gegeven moet worden, de volledige mens vervult. Dit bereikt men slechts, wanneer men er rekening mee houdt, hoe er in de natuur gewerkt wordt. 
1326 Wanneer men op deze wijze te werk gaat, is de overgang naar iets concreets in de wereld veel levendiger, dan wanneer men niet deze basis legt. Ziet u, kinderen die eerst vanuit de kleur hebben leren leven, schilderen dan bijvoorbeeld met het aardrijkskundeonderwijs het eiland Sicilië, en er ontstaat dan een landkaart. En op die manier vloeit kunstzinnig werk samen met zelfs aardrijkskundeonderwijs. 
1327 Als men op deze wijze een gevoel voor de harmonie der kleuren oproept, dan zorgt men er daarvoor voor, dat de kinderen voorwerpen die op een of andere manier dienstig kunnen zijn, ook vervaardigen. Deze boekomslag is niet eerst getekend, maar het kind leert de kleur te beleven, en later aan iets zoals een boekband, vorm te geven. Het gaat er daarbij om, het werkelijke levensgevoel bij het kind te wekken. Juist vorm en kleur bieden de mogelijkheid om het kind op krachtige wijze in het leven binnen te leiden. 
1328 Af en toe maakt men mee, dat iemand, verschrikkelijk genoeg, aan een jurk een randje langs de hals laat maken, en verder een ceintuur en van onderen een zoom, die alle hetzelfde motief bezitten. Dat kan men af en toe zien. Vanuit kunstzinnige instincten gezien is dat natuurlijk het verschrikkelijkste wat er in het leven kan gebeuren. Het kind moet al vroeg leren, dat een rand, die langs de hals is aangebracht de tendens bezit op een of andere manier naar beneden toe open te zijn, naar beneden toe te werken, en dat de zoom van de jurk op de een of andere manier omhoog moet streven, en aan de onderzijde rusten moet, opdat het niet, verschrikkelijk genoeg gebeurt, dat een kind eenvoudigweg leert een stuk band kunstzinnig vorm te geven, maar dat het ook weet, hoe dat band er uit moet zien, al naar gelang de plaats waar de mens het draagt. (Tekening van zomen op blz 155)
1329 Zo moet men bijvoorbeeld, wanneer men een boekband maakt, weten, dat wanneer men het boek bekijkt, het aldus wordt opengeslagen. Er moet verschil zijn tussen boven en onder. Dit ruimtelijk gevoel, dit vormgevoel, daar moet het kind noodzakelijkerwijze ingroeien. Dat gaat dan tot in de ledematen. Dat is een soort onderwijs dat af en toe een veel sterkere uitwerking heeft op het fysieke, dan op abstracte wijze gymnastiek bedrijven. 
1330 En naar u ziet groeit zo vanuit het omgaan met de kleuren juist hetgeen dat tot het maken van allerlei nuttige voorwerpen leidt, waar op zodanige wijze mee wordt omgegaan dat het kind werkelijk kleur naast kleur ervaart en vorm op vorm, en dat het geheel ergens toe behoort, en daarom zó gemaakt wordt. 
1333 Hieraan (landkaart) kunt u nog zien, hoe men de kinderen op een zeker moment het volle leven binnen kan leiden, wanneer men van meet af aan op een levendige manier dat eerste beginsel toepast. Dat kunt u hier op deze landkaart zien: eerst is er het beleven van de kleuren, en dat gebeurt helemaal vanuit de ziel, als er eerst het beleven van de kleur plaatsvindt dan is dat een activiteit van de ziel. Hier ziet u Griekenland, vanuit de ziel beleefd. Wanneer het kind vanuit het beleven van de kleur overeenkomstige belevenissen bij de aardrijkskunde ontmoet, komt het er toe te zeggen: het eiland Kreta moet ik in een bepaalde kleur schilderen, de kust van Klein-Azië zus, de Peloponnesos zo. Het kind leert door de kleur zich op kunstzinnige wijze te uiten, en een landkaart wordt daardoor werkelijk een voortbrengsel van het innerlijk van de ziel. 
1334 Denkt u zich eens in hoe de kinderen de aarde in de beleving aftasten als zij zo vanuit het innerlijke werken. Als zij eerst Kreta geschilderd hebben zoals deze hier, of de Peloponnesos, of het noorden van Griekenland, en zij bij elk van die kleuren de daarmee samenhangende beleving hebben gehad, dan wordt immers ook levend in hun ziel hetgeen Griekenland is. Het kind schept in zekere zin vanuit zichzelf Griekenland opnieuw. Op die manier neemt de mens de wereld op werkelijk levende wijze in zich op. En de dingen leven op een heel andere manier in de kinderen, wanneer men op deze wijze de realiteit, de doodgewone, alledaagse, droge realiteit laat na-beleven, nadat zij in de eerste plaats de elementen door middel waarvan zij zich uitdrukken, de taal, zou ik willen zeggen, van de kleur, de woorden, de lettergrepen van de kleur, op kunstzinnige wijze hebben leren beleven aan eenvoudige schilderingen.
1470 Degene aan wie de natuur haar openbare geheim begint te onthullen, die ervaart een onweerstaanbaar verlangen naar haar waardigste vertolkster: de kunst
1471 De mens die zich aan een dergelijke kennis wijdde, ook al was deze bij de primitieve mensheid nog primitief en instinctief, voelde die kennis niet alleen als iets uiterlijks, maar hij voelde hoe in de kennis, in het weten, in het denken het goddelijke van de wereld in hem leefde, hoe het scheppende-goddelijke in hem overging in het kunstzinnig-menselijk scheppende. 
1472 De activiteit die de mens zich eigen maakte doordat hij in de uiterlijke zintuiglijke materie het goddelijk-geestelijke kunstzinnig belichaamde, deze activiteit kon hij voortzetten en handelingen tevoorschijn brengen waarin hij zich onmiddellijk bewust werd hoe hij doordat hij als mens handelde de wil van het goddelijk werkzaam zijn in de wereld tot uitdrukking brengt. De kunst ging over in de cultus, in de dienst aan het goddelijke. Het kunstzinnige scheppen werd eredienst. 
1473 Doordat de kloof tussen kunst en religie werd overbrugd ontstond de religie, die vroeger in volledige overeenstemming en volledige harmonie was met kennis en kunst.
1474 Zoals de kennis door de kunst naar bovenzinnelijke hoogten omhoog voert, zo zullen door het religieuze dienen de bovenzinnelijke hoogten naar beneden geleid worden in het aardse bestaan, zodat we dit aardse bestaan opnieuw met een elementaire, oorspronkelijke, rechtstreekse, door mensen beleefde moraliteit kunnen impulseren. 
1475 Verwerft de mens zich opnieuw spirituele kennis, dan zal hij dat wat nodig is kunnen bewerkstelligen, en in zekere mate de verdere ontwikkeling kunnen aanknopen aan een instinctieve oorsprong. Dan zal hij vinden wat gevonden moet worden tot heil van de mensheid: harmonie tussen weten, kunst, religie en moraliteit. 
1599 Je kunt daarom zeggen: je moet op het kunstzinnige aansturen als je vanuit het denken levendig bij de mens terecht wilt komen, als je de geest in zijn levendigheid met de mens wilt verbinden. 
1601 Zo zien we hoe datgene naar binnen stroomt wat de mens doet doordat hij zijn overigens abstracte, zich zuiver uit ideeën associërende denken tot leven en ziel brengt, in het geestelijk wezenlijke. We zien hoe hij de weg vindt naar het kunstzinnig begrijpen van de mens in het religieuze leven. En zo worden het kunstzinnige en het religieuze vermengd met de pedagogie. 
1602 Zo wordt van het leerlingenvraagstuk licht geworpen op het lerarenvraagstuk doordat het duidelijk wordt wat zo'n helder, zo'n praktisch, zo'n levend inzicht tot pedagogie en didactiek moet worden, en dat de leraar pas dan een echte opvoeder, onderwijzer van de jeugd kan zijn als hij in staat is een innerlijk geheel kunstzinnige, een innerlijk geheel religieuze mens te worden. 
1723 Onze moeders, soms ook onze vaders, vinden het op een buitengewoon sterke wijze nodig om bijvoorbeeld het kleine meisje een heel mooie pop te schenken opdat het kleine meisje in haar speelfase met die mooie pop kan spelen. Deze 'mooie pop' is niettemin altijd afschuwelijk, omdat ze niet onkunstzinnig; maar ze is, zoals soms gemeend wordt, een mooie pop, die 'echt' haar heeft, die ook echt goed beschilderd is, die zelfs beweeglijke ogen heeft - wanneer je die neerlegt sluit ze haar ogen, ze draait ze wanneer ze wordt opgetild, ze kijkt je aan - bewegende poppen zijn er zelfs ontstaan; kortom, er is speelgoed in de speelwijze van kinderen binnengekomen die op een merkwaardige, onkunstzinnige, maar vermeend het-leven-nabootsende wijze bij het kind gebracht moet worden. 
1783 Wanneer we dit alles bekijken, dan moet het ons duidelijk zijn hoe het onderwijs juist in het begin van de schoolleeftijd slechts zo kan zijn dat het geheel en al uitgaat van een kunstzinnig element. 
1784 En als tegenwoordig het onderwijzen veel te wensen overlaat, dan komt dat omdat de tegenwoordige civilisatie als zodanig bij de volwassene feitelijk veel te weinig zin voor kunst ontwikkelt. 
1785 Een gezonde pedagogie kan niet uit de afzonderlijke kunsten, maat wel uit de gehele kunstzinnige toestand van de civilisatie voortkomen. Dat is buitengewoon belangrijk. 
1786 Nu gaat het erom dat, als we het onderwijs kunstzinnig inrichten, we vooral appelleren aan het ritmische systeem van de mens. 
1787 Het is wel zo: het kind ademt gezond wanneer we het onderwijs kunstzinnig inrichten. Het kind voert zijn bloedsomloop gezond uit wanneer we het onderwijs kunstzinnig inrichten. 
1795 Die (vermoeidheid) treedt in de geringste mate op als we in eerste instantie op deze belangrijke schoolleeftijd het onderwijs op het kunstzinnige oriënteren. Want dan appelleren we aan het ritmische systeem, dan vermoeien we het kind het minst van al. 
1801 Deze brug, deze overgang vind je als je het kind eerst kunstzinnige werkzaam, met kunstzinnige zin laat schilderen, laat tekenen wat uit zijn meest innerlijke natuur aan lijnen, aan kleuren wat de vorm betreft vanzelf van het kind op het papier gaat. Dan ontstaat steeds wanneer je het kind kunstzinnig bezig laat zijn, innerlijk het gevoel - en op dit gevoel komt het aan - dat je door de kunstzinnige bezigheden te rijk bent als mens. 
1802 Door het verstand verarm je zielsmatig, door het verstand word je innerlijk kaal; door  het kunstzinnige te hanteren wordt je innerlijk rijk, en je krijgt de behoefte om nu deze rijkdom enigszins af te zwakken. 
1803 En dan richt zich het beeldend-kunstzinnige dat je beleeft vanzelf op de armere begrippen en de ideeënontwikkelingen. Dan ontstaat de innerlijke behoefte om het kunstzinnige te verarmen, het te intellectualiseren. 
1804 En wanneer je dan, nadat je het kind kunstzinnig aangepakt hebt, uit het kunstzinnige het intellectualistische tevoorschijn laat komen, dan heeft dit kunstzinnige de juiste graad om in het lichaam zo in te grijpen dat het niet te sterk, maar op de juiste wijze wordt verhard.
1805 U houdt zelfs het kind in de groei tegen wanneer u het te sterk intellectualiseert. Daarentegen laat u de groei van het kind vrij als u vanuit het kunstzinnige alles naar het intellectualistische overbrengt. 
1806 Dat is de reden waarom er in de Waldorfschool in eerste instantie juist aan het begin van de schoolleeftijd aan het kunstzinnige en niet aan het intellectualistische deze hoge waarde wordt gehecht, waarom allereerst het beeldende, het niet-intellectualistische het onderwijs beheerst, en waarom in de omgang van de leraar met het kind overal het muzikale, eenvoudigweg het ritmisch-maatachtige wordt ingebracht, opdat juist die mate van intellectualiteit wordt voortgebracht waaraan het kind dan zelf behoefte heeft, en opdat de geestelijke opvoeding tegelijkertijd de beste lichaamsopvoeding wordt. 
1807 Echter het kenmerkende van onze civilisatie is dat de mensen hun lichaam als een last met zich mee dragen, terwijl een juiste opvoeding, die vanuit het kunstzinnige werkt, de mens zo opvoedt dat elke pas hem vreugde geeft, dat elke handbeweging die hij later in het leven ten dienste van de mensheid moet uitvoeren, tot een innerlijk welbevinden, tot innerlijke vreugde voor hem wordt. We verwijderen de ziel van het lichaam doordat we de mens intellectualistisch opvoeden. 
1811 Zo heeft dat wat we op gezonde wijze door de kunstzinnige grondslag en door het uitwerken van het intellectuele uit de kunstzinnige grondslag kunnen doen, betrekking op het waakleven van de mens.
1818 Voeden we het kind kunstzinnig op, brengen we het kind alles wat de school bij te brengen heeft, op kunstzinnige wijze bij, dan ontstaat - net zoals ik enerzijds kon zeggen dat het kunstzinnige leven te rijk is en daarom naar de verarming verlangt die in het intellectuele aanwezig is, zodat het intellectuele uit het kunstzinnige elementair tevoorschijn gehaald wordt - dan ontstaat anderzijds, wanneer het kind kunstzinnig actief is, een zekere honger naar lichaamsactiviteit. 
1819 Bij niets ontstaat de honger naar lichaamsactiviteit meer dan bij het kunstzinnig oefenen. 
1820 Het je het kind een paar uur, die je zorgvuldig wat hun lengte betreft afwegen moet, op school kunstzinnig laten werken, dan komt er iets in het organisme op wat heel bepaalde lichaamsoefeningen wil verrichten. De mens wil zich uitleven in deze lichaamsbewegingen. Het kunstzinnige veroorzaakt de honger naar de juiste lichaamsbewegingen. 
1821 En dat wat slechts met de handen wordt verricht bij het schilderen en tekenen, wat met de stem bij het zingen verricht wordt of ook - zo vroeg mogelijk moet je dat doen - door het kind aan het instrument, wat zich dus in zekere zin direct aan het lichaam en door het lichaam afspeelt, dat moet je geleidelijk laten overgaan, laten uitstromen, laten uitlopen in ruimtebewegingen, in ruimtespel: het moet een voortzetting zijn van wat de mens binnen in zijn organisme onderneemt in het kunstzinnige onderwijs. 
1823 En wanneer het kind bij de lichaamsverzorging, bij de lichaamsoefening niets anders doet dan dat waarnaar het uit zijn kunstzinnige bezig zijn honger heeft, dan ontstaat die slaap die juist het kind nodig heeft. 
1824 Kun je daarom zorgen voor een juist waakleven doordat het het intellectualistische uit het kunstzinnige tevoorschijn haalt, dan kun je ook voor een juist slaapleven, waarin alle verbrandingsprocessen in het organisme worden geharmoniseerd, zorgen doordat je ook de lichaamsoefeningen helemaal uit het kunstzinnige tevoorschijn haalt. 
1825 Daarom is er niets noodzakelijker voor een juist opvoeden juist in lichamelijk opzicht dan het in-het-kunstzinnige-staan van een leraar. 
1826 Hoe meer vreugde de leraar heeft aan al het kunstzinnige van de vorm, hoe meer de leraar een innerlijk welbehagen beleeft aan al het kunstzinnige van het muzikale, hoe meer de leraar er naar verlangt om het abstract-prozaïsche woord om te zetten in het ritme van het gedicht, hoe meer plastisch-muzisch er in hemzelf zit, des te meer zal hij datgene wat hij het kind in de ruimte laat doen aan spelen, aan lichaamsoefeningen, zo inrichten dat die een kunstzinnig ontplooien van het kind zijn. 
1827 Zo is het tegenwoordig ook zo ver gekomen dat men geen grote aandrang heeft om over deze fijne processen in het menselijk organisme na te denken: hoe komt uit het kunstzinnig bezig zijn de gymnastiek op kunstzinnige wijze voort? 
1828 Wat vereist de menselijke organisatie voor de uiterlijke beweging in de ruimte? Men heeft geen grote aandrang daartoe, en het is van weinig kunstzinnig gevoel doordrongen. 
1829 Op een abstracte, prozaïsche en onkunstzinnige manier de lichaamsverzorging, de gymnastiek ontwikkelen is in strijd met alle didactiek, omdat het tegen de eigenlijke ontwikkeling van de mens is. 
1833 Opdat we weer datgene wat verbranding is, met de zoutvorming in de juiste verhouding brengen, daarvoor is gewoonweg een intieme kennis van de mens nodig. Dan zullen we dat wat als verharding ontstaat, doordat we het kunstzinnige naar het intellectualistische doen overgaan, op de juiste wijze als met een weegschaal in evenwicht brengen door het juiste verbrandingsproces, dat op het slaapleven invloed uitoefent en bij het kind niet een onrustige, innerlijk nerveuze slaap veroorzaakt, zoals die tegenwoordig meestal door de lichaamsoefeningen worden teweeggebracht, maar een innerlijke vaste, zekere, rustige slaap. 
1870 Dat je, wanneer het kind in de leerplichtige fase komt, dus bij de overgang naar de tandwisseling, met een kunstzinnig-beeldend onderwijzen en opvoeden het juiste treft, heb ik in de laatste voordrachten uiteengezet (zie 7e voordracht). 
1872 Laten we ons eens voor de geest halen enkele karakteristieke voorbeelden hoe je uit het schilderkunstige, uit het kunstzinnig-tekenmatige het schrijven kunt ontwikkelen. 
1880 Kortom, het is mogelijk doordat je in het schilderachtige hetzij scherp omlijnde voorwerpen, hetzij bewegingen of ook activiteiten probeert vast te houden, om op deze wijze bijna alle consonanten te ontwikkelen. 
1883 Zo kun je in de abstractheid van het schrijven terechtkomen vanuit het heel concrete van het tekenende schilderen, van het schilderende tekenen, en je bereikt daardoor gewoonweg dat het kind steeds van een gevoel in het beeld uitgegaan is en de letters in verbinding heeft kunnen brengen met het zielsmatige van het gevoel, zodat het hele principe van het schrijven uit het gevoelsleven van de menselijke ziel voortkomt. 
1887 Zo ziet u dus hoe daardoor al het onderwijs in feite in de sfeer van de hele mens, in de sfeer van het kunstzinnige geleid kan worden. En daarop moet ook al het overige onderwijs tot ongeveer de leeftijd van negen en een half jaar gericht zijn. Daar moet alles op het beeld, op het ritme, op de maat gericht zijn. Al het andere komt te vroeg. 
1890 En het kind mag eigenlijk op deze leeftijd helemaal geen verschil voelen tussen zichzelf en de wereld. In hem moet op kunstzinnige wijze het gevoel gewekt worden dat hijzelf kan spreken, en dat de voorwerpen om hem heen ook kunnen spreken. 
1896 Wanneer je aan het oog mee-appelleert dat in verbinding staat met de bewegende hand doordat je uit het kunstzinnige de letters uitwerkt, wordt de letter niet louter mechanisch door de hand gestuurd voortgebracht, maar hij wordt zo voortgebracht dat het oog met welbehagen op het resultaat van de eigen activiteit rust. 
1941 Het gaat erom dat dan met werkelijk kunstzinnig gevoel voor de bijzonderheden van het onderwijs voor het tien-, elf-, twaalfjarige kind het onderwijs over de dierenwereld in het detail wordt doorgevoerd. 
1942 Laten we naar de mens kijken. We willen, zij het ook op een heel eenvoudige, wellicht primitieve manier, het kind al het mensenwezen voor het zielenoog plaatsen, en je kunt dat als je het op die manier kunstzinnig hebt voorbereid zoals het beschreven is. 
1945 Je kunt zo aanschouwelijk mogelijk op kunstzinnige wijze het kind door alle mogelijke middelen naar een begrijpen van de hoofdorganisatie leiden. 
1950 Zo delen we de mens eerst in in deze drie wezensdelen. En als je als leraar het nodige kunstzinnige gevoel hebt en daarbij beeldend te werk gaat, dan kun je het kind beslist wel dit begrip van de drieledige mens helemaal bijbrengen. 
1957 Wat hebben we prachtig de gelegenheid om met kunstzinnig gevoel het bewegingsmechanisme te bekijken in de paardenvoet, in de klauwvoet van de leeuw, in de voet die meer ontwikkeld is voor het waden bij het moerasdier. 
2072 Maar u ziet hoe juist in het geschiedenisonderwijs op deze wijze het kunstzinnige element binnen moet komen. Dit kunstzinnige element komt dan binnen in de dingen als het onderwijs, zoals ik het vaak noem, economisch gegeven wordt. 
2074 Economisch geef je les als je zo voorbereid bent dat voor de les zelf alleen nog de kunstzinnige vormgeving overblijft. Daarom is elk onderwijsvraagstuk niet alleen een kwestie van interesse, van overgave van de leerling, van vlijt, van overgave van de leraar. 
2190 En dat voorstellingen die het kind levendig worden bijgebracht op de wijze waarop ik het heb beschreven, plastisch-schilderkunstige voorstellingen die we het kind in de kunstzinnige onderwijspraktijk bijbrengen, ook op levendige wijze die krachten oproepen die tot in het fysieke lichaam het geheugen op de juiste wijze tot ontplooiing laten komen. 
2191 De beste ondergrond voor een juiste ontwikkeling van het geheugen is: kunstzinnig het hele onderwijs vorm te geven juist in de lagere schoolperiode.
2192 Uit de kunst, uit een juiste behandeling van de kunst komt echter ook altijd de juiste behandeling van de lichamelijke capaciteit voort. 
2193 Maar wanneer we het kind zelf kunstzinnig laten werken, als we in staat zijn het kind zelf kunstzinnig in activiteit, in werking te zetten, zodat we dus bij dat wat het kind doet tijdens het schilderen, tijdens het schrijven, tijdens het tekenen, tijdens het muziekonderwijs, steeds het lichamelijke tegelijk met het geestelijke in werking stellen - hoe het bij euritmie gebeurt, zal ik morgen aan de hand van de figuren hier moeten verklaren - dan zullen we datgene van de zielenontwikkeling wat in het fysieke lichaam moet komen voor het geheugen, op de juiste wijze ontwikkelen. 
2195 Als we deze drie grondbeginselen vasthouden: begrippen belasten het geheugen; het aanschouwelijk-kunstzinnige vormt het geheugen; wilsinspanning, wilsactiviteit versterkt het geheugen - dan hebben we de drie gouden regels voor de ontwikkeling van het geheugen.  
2243 Het zien, het waarnemen, het kunnen observeren, dat is voor de leerkracht het eerste; dan tintelt, zou ik willen zeggen, de zaak zelf in heel zijn menselijk wezen. Heel instinctmatig brengt hij op kunstzinnige wijze dat wat hij uit het waarnemen van de mens kan halen, over naar de praktijk van het onderwijs. 
2244 Als we het kind iets moeten bijbrengen waardoor het leert: in de natuur is dit oorzaak, dat gevolg enzovoort, als we het kind dus vertrouwd maken met de causaliteit, dan is het van bijzonder groot belang in deze levensfase dat het kind voor dit anorganisch-levenloze natuurhistorische een compensatie daarin heeft dat het op de juiste wijze terechtkomt in het kunstzinnig onderwijs. 
2245 Dat we het kind op deze leeftijd op de juiste wijze vertrouwd maken met de kunst, daarvoor is het natuurlijk nodig dat we het hele onderwijs vanaf het begin niet alleen kunstzinnig inrichten - daarover heb ik me immers uitvoerig uitgelaten - maar ook de kunst de juiste rol in het onderwijs verlenen. 
2246 Dat voor het plastisch-schilderkunstige wordt gezorgd, blijkt al door het feit dat je uit het schilderkunstige het schrijven moet halen. Dus je begint volgens het Waldorfschoolprincipe met een schilderkunstig-tekenachtig onderwijs al op heel prille kinderleeftijd. Ook het plastische wordt zo snel mogelijk verzorgd, weliswaar pas ongeveer vanaf het negende, tiende jaar en op primitieve wijze. 
2251 Juist doordat we op deze wijze het kind op een passende manier in de kunst binnenbrengen, de overgang maken van het spel naar het leven door de kunst, zijn we ook in staat dán wanneer dat nodig is, dus met name tussen het elfde en twaalfde jaar, aan het kind op de juiste wijze het onderwijs ten bate van de kunstzin te kunnen geven.
2252 En het is van bijzonder groot belang voor die opvoedingsprincipes die door de Waldorfschool moeten worden verwezenlijkt, dat het kind op de geschikte leeftijd ook in de passende kunstzin thuisraakt. 
2253 Op dezelfde leeftijd waarop het kind moeten leren begrijpen: de natuur is geordend volgens abstracte, door het verstand te begrijpen natuurwetten, op dezelfde leeftijd waarop je in de natuurkunde moet leren kennen hoe oorzaak en gevolg in de afzonderlijke gevallen samenhangen, op diezelfde leeftijd moeten we kunstzin scheppen als het tegenwicht, moeten we in het begrip invoeren hoe zich de afzonderlijke kunsten in de diverse tijdperken van de geschiedenis van de mens hebben ontwikkeld; hoe het een of andere kunstmotief in het een of andere tijdperk optreedt. 
2254 Daardoor pas wordt datgene in het kind werkelijk gewekt wat de mens nodig heeft als hij tot een veelzijdige ontplooiing van zijn wezen wil komen. Daardoor wordt ook datgene op de juiste wijze ontwikkeld - zoals ik morgen dan zal laten zien - wat voor het morele onderwijs op heel speciale manier nodig is. 
2255 Doordat de mens zich kunstzin verwerft, zal hij ook op een geheel andere manier tegenover de mens zelf, zijn naaste, zijn medemens staan dan als hij deze kunstzin mist. Want wat is wezenlijk in het begrijpen van de wereld? Dat we de abstracte begrippen op het juiste moment kunnen verlaten om inzicht in, begrip voor de wereld te kunnen verwerven. 
2260 En willen we opstijgen tot de mens, dan hebben we een veelomvattende kunstzin nodig. Want alles wat bij de mens aanwezig is, is alleen wat zijn anorganische bestanddeel betreft met het verstand te begrijpen. Als we op het juiste moment een voorstelling in een kunstzinnig opvatten weten om te zetten, dan pas hebben we de mogelijkheid tot het begrijpen van de mens. 
2261 Dat moet echter in 't bijzonder door het kunstonderwijs worden opgewekt. Als wij als leraar zelf, uitgerust met kunstzinnige vermogens, het kind op de juiste leeftijd naar Leonardo's 'Laatste Avondmaal' of naar Rafaëls 'Sixtijnse Madonna' leiden, als we hem kunnen laten zien hoe daar elke afzonderlijke gestalte in een bepaalde verhouding staat tot de andere, hoe echter juist dat tijdperk in zijn historische ontwikkeling waarin Leonardo of Rafaël stonden, op die manier met de kleur omging, op die manier met de innerlijke perspectief omging enzovoort, als we alle overige natuur- en geschiedenisonderwijs kunnen bezielen door een naar het kunstbegrip leidend onderwijs: dan brengen we in al het onderwijs het menselijke, het humane principe binnen. 
2262 We moeten erop toezien dat we het kind niets ontnemen van wat voor het kind nodig is aan het zich-doordringen met het kunstzinnige op de juiste leeftijd. 
2263 Onze civilisatie kan alleen daardoor haar noodzakelijke opbloei, haar weg omhoog verkrijgen als we meer aan kunstzinnigs in de school binnenbrengen; niet alleen dat wat ik in al deze voordrachten heb aangeduid: het doordringen van het hele onderwijs met een artistiek, kunstzinnig element, nee, als we ook voor al het prozaïsch opvatten van natuur en geschiedenis een tegenwicht scheppen door een levendig, zelf door kunstzinnige scheppingskracht gedragen lesgeven in kunstbegrip. 
2264 Dat is wat we nu als een speciaal bestanddeel in het onderwijs, in de opvoedkunst van de Waldorfschool ook willen hanteren, wat we voor noodzakelijk houden omdat het eenvoudigweg waar is wat elke ware kunstenaar ook voelde: dat de kunst niet iets is wat louter door de mens is uitgevonden, maar een gebied waarin de mens op een ander niveau dan door de overige manier van begrijpen in de geheimen van de hele wereld inzage mag krijgen. 
2265 Pas op het moment dat de mens leert begrijpen: de wereld zelf is een kunstwerk, dat de mens leert in de hele natuur en in alle natuurgebeuren zo binnen te kijken dat hij in de natuur een scheppend kunstenares ziet, op dat moment pas is de mens op weg ook tot religieuze verdieping omhoog te komen. 
2266 Niet voor niets heeft de dichter van Midden-Europa gezegd: Alleen door het morgenrood van het schone dring je door tot het land van de kennis. Het is waar: wanneer we door de kunst de hele mens vatten, veroorzaken we in de mens ook weer een passend begrip voor de wereld dat uitziet op het geheel, het totaal van de wereld. 
2267 Daarom moeten we zo veel als maar mogelijk is aan dat wat nu eenmaal voor de prozacultuur en -civilisatie nodig is, in het onderwijs datgene toevoegen wat zuiver menselijk is. En dat kan niet alleen door kunstzinnig lesgeven, maar ook door enkel en alleen een behoorlijk onderwijs in het kunstbegrip gebeuren. 
2268 Kunst en wetenschap leiden dan, zoals we morgen zullen zien, in de juiste proporties tot morele en religieuze verdieping. 
2269 Maar opdat de mens in religieus en moreel opzicht vooruitkomt, moet nu eenmaal de voorbereiding worden getroffen door het feit dat het onderwijs als het ware een weegschaal wordt. Aan de ene kant ligt alles wat naar het proza van het leven voert, wat de mensen om zo te zeggen aan de aarde bindt; aan de andere kant ligt het-evenwicht-veroorzakende van alles wat tot de kunst voert, wat de mens op elk ogenblik van zijn leven datgene wat hij zich in proza eigen moet maken, ook kunstzinnig kan optillen en zo direct weer binnen kan voeren in de geest. 
2282 Zo kunnen we dan ook het kunstzinnige weer in het kunstnijverheidachtige laten overgaan zo, dat de kinderen leren eenvoudige werkstukken te maken, eenvoudige huisraad, maar ook leren om zagen, messen en ander gereedschap op de juiste wijze te gebruiken voor allerlei meubelmakerswerk. 
2283 Met buitengewoon groot enthousiasme staan de kinderen, zowel jongens als meisjes, in onze werkplaats en vol enthousiasme geven ze dat werken met beitels en zagen en andere instrumenten een plaats naast het andere onderwijs, en zijn ze blij als ze daarbij dingen voor elkaar krijgen die het karakter hebben van wat voor het leven nuttig en bruikbaar is. Op deze wijze wek je alle instincten voor het leven. We zien daarbij hoe aan de ene kant de zin voor het praktische, aan de andere kant de zin voor kunst werkelijk wordt ontwikkeld. 
2284 Ik heb bij de bespreking van de verschillende tentoongestelde dingen al genoemd hoe de kinderen, nadat ze het een of ander over het menselijk organisme hebben geleerd - de plastische vorming van het beendergestel, de vorming van het spierstelsel - op deze kunstzinnige manier dus ingevoerd in de bouw en in de activiteit van het menselijk lichaam. 
2285 En ik zie hoe buitengewoon interessant het is hoe dan de kinderen die bij ons eigenlijk juist in het praktische uitermate vrij werken en zich aan hun eigen vindingen mogen overgeven, datgene wat bij hen als vormgeving van het een of andere lid van de mens binnengekomen is, in hun plastische vormen weer tot uitdrukking brengen niet in slaafse nabootsing, maar in het vrije scheppen. 
2326 Het is mijn overtuiging dat de beste gymnastiekleraren diegenen zijn die hun gymnastiek van de kunst hebben geleerd. De Grieken hebben de inspiratie en impulsen voor hun schoolgymnastiek, voor hun Olympische Spelen uit de kunst gehaald. En als men zich houdt aan de consequentie van het hier naar voren gebrachte, namelijk om alles in de school uit het kunstzinnige te halen, dan zal men dat wat ik met een voorbeeld uit de euritmie heb laten zien, ook wel voor de andere takken van het leven vinden. Men zal niet iets bijzonders voor het onderwijs bedenken, maar het leven de school in willen brengen. Vanuit de school zal dan het leven ook weer kunnen uitgroeien in de sociale orde. 
2342 Deze opvoeding is er enkel en alleen op gericht datgene wat er als maatregel in opvoeding en onderwijs moet zijn, uit de mens zelf te halen, zodat de hele mens naar lichaam, ziel en geest volledig tot ontwikkeling komt; aan de andere kant echter de mens zo in het leven te zetten dat hij als kind toegegroeid is wederom naar lichaam, ziel en geest, naar het religieuze, naar het ethische, naar het kunstzinnige, naar het cognitieve leven, en die deugden kan ontwikkelen waardoor de mens voor zijn medemensen het meest nuttig en vruchtbaar kan worden. 
2372 Allereerst komt het erop aan op te merken dat, zoals ik verder nog zal uitwerken in de voordrachten, het onderwijs voor onze kinderen ook in het schrijven en lezen uit het kunstzinnige tevoorschijn gehaald moet worden. 
2391 Zo worden dan uit de geschilderde de plastische vormen, en de kinderen gaan erg graag over, ik mag wel zeggen, vanuit het zuiver onopzettelijke scheppen, dat een speels-kunstzinnig karakter heeft, naar wat in de richting gaat van het doelmatige, van het nuttige. Je komt op die wijze erg gemakkelijk vanuit het speels-kunstzinnige terecht in het gebied van de kunstnijverheid, in de vervaardiging van allerlei dingen die nuttig zijn. 
2393 Maar bijzonder blij worden de kinderen door wat zij als het ware in het verhalende, in het beweeglijke kunnen binnenbrengen, en dan zijn ze zeer vindingrijk. Deze dingen die dan zinvol bewegen (een haas), die maken ze met grote overgave. Het is dan heel bijzonder interessant hoe de kinderen vindingrijk worden bij dit beweeglijke speelgoed. Hoe grappiger de beesten zijn die daar gemaakt worden (ooievaar), des te meer geeft het kinderen vreugde. 
2396 Dan gaan we ook ertoe over dat de kinderen werkelijk dat leren wat voor het leven betekenis voor hen heeft. Het gaat er dan om dat je een werkelijk gevoel voor vorm, een werkelijk kunstenaarsgevoel bij de kinderen ontwikkelt (een sofakussen). Het is zo vaak gebruikelijk dat zulke kussens niet zo gemaakt worden dat je eraan afziet waartoe ze dienen, hoe ze in het leven een functie hebben. Bij ons wordt er grote waarde aan gehecht dat je aan de dingen ziet waarvoor ze in het leven dienen (een deken). Daar rust het ding op; daar heeft het geen versiering nodig. We hebben er op gelet dat elk ding zo gemaakt wordt al naar gelang het doel waarvoor het ding bestemd is. Zó moet de versiering aangebracht zijn op het kussen. In dit opzicht werken de kinderen van alles uit het leven uit. Daar kun je op gaan liggen (in het midden); hier kun je niet gaan liggen - dat moet het kind begrijpen. 
2397 Een theemuts. Dat wordt over de theepot heen gedaan en dat moet aan beide kanten gelijk zijn. Dat moet je allemaal doelmatig vanuit het leven laten vormen. Zo wordt het kind dan overgebracht naar dat wat kunstnijverheid is, wat dus als iets moois betekenis heeft (een tas), overgebracht uit het vormbeleven, uit het tekenen naar het praktische toepassen van de kunstnijverheid. De motieven worden eventueel ook eerst geschilderd en getekend, en het kind merkt dan hoe je alles anders moet behandelen als je met verf op papier schildert, of als je met draad en stof werkt. De verschillende manieren om het materiaal te respecteren, dat kun je heel wonderbaarlijk bij deze zaken uitwerken. En overgangen zijn wel zeer mooi om te scheppen, nietwaar. 
2401 En zo wordt dus overal geprobeerd om het kunstzinnige gevoel aan de ene kant tot ontwikkeling te brengen, maar dat ook werkelijk over te brengen in het praktische leven. Je kunt immers juist op die manier bereiken dat de kinderen werkelijk helemaal in hun diepste innerlijk bij deze dingen erbij zijn. Je ziet hoe de kinderen vindingrijk worden, hoe ze vrolijk zijn, als hun een of ander invalt op dit gebied van de handenarbeid, en je bereikt daardoor werkelijk een enorme beleving van de lessen. 
2402 Het is interessant hoe disciplinerend ook deze op het kunstzinnige gerichte activiteit is. Het is vaak zeer interessant om te zien, als jongens en zelfs ook meisjes in het intellectualistische onderwijs niet goed meewillen, dan worden ze nietsnuttig, dan gaan ze allerlei gekke dingen doen, en dan wordt door de leraar geklaagd dat hij hun meer intellectualistisch onderwijs moet geven. Die leraren die dan boetseerles geven of überhaupt in kunstzinnige richting werken, die zijn dan juist met zulke kinderen waarover anders geklaagd wordt, vaak buitengewoon tevreden, zijn zelfs verbaasd erover hoe begaafd de kinderen daar blijken te zijn. Maar je moet dat niet als zomaar als een aperçu nemen, nee, het heeft een heel diepe pedagogische betekenis. 
2403 Je kunt op die manier (de kunstzinnige activiteit) ook weer de begaafdheid wekken voor wat bijvoorbeeld de mens aan intellectualistisch vermogen wil hebben of moet hebben voor het leven. 
2405 En als je er gevoel voor hebt om te halen uit de mens wat in hem als aanleg aanwezig is, dan krijg je deze dingen, die nu werkelijk het kind zo opvoeden dat het kind dan voor zijn hele leven iets heeft wanneer het terugziet op zijn onderwijs. En dat is toch het mooiste wat je in het leven kunt hebben, als je op de school terugziet als op een verloren paradijs. En dat is ook datgene wat je moet bereiken. Je kunt het niet anders bereiken dan door de kinderen met het kunstzinnige vertrouwd te maken. 
2406 Diegene die onbevangen naar de dingen kijkt moet zeggen: men gelooft gewoonlijk helemaal niet hoe intensief juist het kind tussen het zevende en veertiende jaar naar de oriëntatie van het speelse naar het kunstzinnige verlangt, zoals dat in de menselijke natuur besloten ligt, en zoals het de grootste weldaad is voor het hele leven van de mens als je het kunstzinnige gevoel op deze leeftijd niet verwaarloost.
2407 Het is niet nodig dat je daarbij op de een of andere manier esthetiserend te werk gaat, de kinderen tot allerlei kunstzinnige dilettanten maakt, maar het is absoluut mogelijk dat je hetgeen je dan kunstzinnig met de kinderen doet, steeds overbrengt naar datgene wat dan als grondslag van het leven moet dienen. 
2408 En zo wordt bij ons het kunstzinnige beoefend met name doordat het tot drijvende impuls voor het hele onderwijs in het bijzonder ook bij de kleine kinderen wordt gemaakt. De fantasie wordt op deze wijze tevoorschijn gehaald. 
2409 Het kind wordt vindingrijk wanneer het moet schilderen, plastisch werkzaam moet zijn. Wat daar uit het kind tevoorschijn wordt gehaald, dat stimuleert weer tot begrip van het dichterlijke enzovoort. 
2410 Door deze harmonisering en, ik zou willen zeggen, totalisering, dat je werkelijk het onderwijs tot in het kunstzinnige brengt, daardoor wordt het onderwijs werkelijk als iets organisch ontsloten en tot een geheel aangesloten. 
2437 Uit een onderzoek naar het effect van beeldende kunst. Het verrassende resultaat van deze onderzoekingen was, dat het bekijken van de 'gave' beelden in een gebied van de hersenen een reactie teweegbracht die te vergelijken is met het ontstaan van een geluksgevoel, wat dan bij bewustwording als 'mooi' vertaald wordt. Bij de vertekende beelden (schilderij aangepast met te lange arm of te kort been) trad dit niet op. Wat betekent dit voor kinderen en jongeren te leren tekenen, te leren schilderen en boetseren, zijn dat niet allemaal oefeningen in het vaardig worden om niet alleen met het verstand te oordelen, maar met alle faculteiten die ontwikkelbaar zijn? (Christof Wiechert)
2438 Dat handvaardigheid praktische intelligentie bevordert en een weldadige invloed heeft op het zelfbeeld van leerlingen 'kijk, dat heb ik gemaakt!' was al langer bekend. Het verwerven van competenties vraagt om een kunstzinnige, fantasievolle omgang met een onderwerp, hart en handen zitten namelijk ook in het hoofd. (Christof Wiechert)