Uitspraken van Rudolf Steiner in verband met pedagogie: TOETS - EXAMEN

Voor de herkomst van de uitspraken (boek, bladzijde, voordracht, stad, datum): klik hier.

96 De leraar moet bijvoorbeeld in staat zijn om aan het begin van het jaar een soort overzicht over zijn leerlingen te hebben en vooral ook aan het begin van die periodes die met het negende en het twaalfde jaar samenhangen. Dan moet hij als het ware parade houden en zien hoe de kinderen zich lichamelijk hebben ontwikkeld en zich inprenten hoe ze er uitzien. En dan moet hij na verloop van tijd, bijvoorbeeld aan het eind van het schooljaar, opnieuw parade houden en de veranderingen bekijken die zich hebben voorgedaan. En het resultaat van die twee inspecties moet zijn dat hij weet welk kind niet zo gegroeid is als het had moeten groeien en welk kind een stuk gegroeid is. En dan moet hij zich afvragen hoe hij de volgende periode of het volgend jaar moet inrichten, opdat er een evenwicht bestaat tussen geheugen en fantasie en abnormale groei wordt tegengegaan. 
120 Wanneer men voor een examen moet blokken of de stof erin moet stampen, neemt men veel in zich op tegen zijn interesse in. Zou men namelijk alleen dat in zich opnemen waarvoor men zich interesseert, dan zou men - althans in de huidige situatie - zakken. Het gevolg is dat dat geblok of gestamp voor een examen de slaap verstoort, dat het ons normale leven ontregelt. Dat moeten we vooral bij kinderen in de gaten houden. 
121 Voor kinderen is het het allerbeste - in een ideale oplossing - wanneer we vermijden dat het in korte tijd veel moet leren, zoals voor een examen. Dat betekent dat we de examens helemaal weglaten. Dan verloopt het einde van het schooljaar precies zoals het begin. Dan nemen we het als leraar op ons om te zeggen: waarom moet het kind geëxamineerd worden? Ik heb het kind de hele tijd meegemaakt en weet heel goed wat het weet of niet weet. 
157 Wat de leraren in opleiding als examen moeten afleggen, houdt geen verband met wat zij als leraar moeten kunnen. Wat daar gevraagd wordt, kan men enkele uren voor de les opzoeken in een handboek. 
158 Dasjenige aber, worauf bei den Prüfungen gar nicht gesehen wird, das ist die allgemeine Seelenverfassung des Lehrers, das ist dasjenige, was geistig immerfort übergehen muss von ihm auf seine Schüler. 
581 We zullen het niet kunnen riskeren dat onze kinderen na de eerste of tweede klas nog niet zo ver zijn als kinderen in het reguliere onderwijs. Na het negende jaar zullen onze kinderen er met onze methode veel beter voor staan, maar het kan zijn dat in de tussentijd, laten we zeggen aan het eind van de eerste klas, voor een of andere externe commissie moeten laten zien wat ze kunnen
628 Men moet de gebruikelijke leerboeken bekijken. Wanneer we het zonder boeken kunnen doen, des te beter. Als de kinderen geen openbare examens hoeven te doen, dan hebben we geen boeken nodig.