Luc Cielen Lukemieke Ward de Beer De Wingerd Rinkrank Contact Links

      

 LUC CIELEN

 

 

  Pedagogie    Lesvoorbereidingen     Leren lezen     Leren schrijven    Gedichten     Toneelstukken

  Schoolfeesten    Heiligenlegenden     Sterrenbeelden     Muziek     Lezingen    Info-Cielen   

 

 

 

Sterrenbeelden

 

CASSIOPEIA

 


 

Nederlands          Cassiopeia

Latijn                   Cassiopeia

Frans                   Cassiope

Engels                  Cassiope

Duits                    Cassiopeia

 


 

De vrouw op de stoel

 

Cassiopeia is vrij eenvoudig te vinden en te herkennen. De vorm is deze van een grote letter W als  het beeld onder de Poolster staat. Wanneer Cassiopeia zich boven de Poolster bevindt, heeft het sterrenbeeld de vorm van een letter M. Hemelse W en Hemelse M zijn dan ook benamingen die aan dit sterrenbeeld gegeven worden.

 

Om de plek aan de hemelkoepel te vinden kan men uitgaan van de Grote Beer. Als je de lijn van de twee sterren die de achterkant van de Wagen (= Grote Beer) vormen, verlengt naar het noorden (naar boven), kom je bij de Poolster. Trek die lijn nu even ver naar de andere zijde van de Poolster, dan kom je bij de helderste en middelste ster van Cassiopeia.

 

Wie is Cassiopeia?

In het verhaal van Perseus ontmoeten we Cassiopeia. Zij is de vrouw van de Ethiopische koning Cepheus (zie ook sterrenbeeld Cepheus). Ze hadden samen een dochter Andromeda. Perseus redt Andromeda van een gewisse dood en huwt haar.

Perseus, Cepheus, Pegasus, Walvis en Andromeda zijn belangrijke figuren uit dit verhaal die alle een plaats aan de hemelkoepel gekregen hebben.

 

Perseus, zoon van Zeus en Danaë, moest voor zijn stiefvader Polydectes het hoofd van de Medusa (een van de Gorgonen) halen. Perseus slaagt erin het hoofd te pakken te krijgen, en keert er mee terug naar Griekenland. Gedragen op zijn gevleugelde schoenen vliegt hij boven de Noord-Afrikaanse kust, en komt boven het land Ethiopië.

 

Even buiten de kust rijst een grote rots uit het water op. Perseus stelt met ontzetting vast dat aan het rotsblok een meisje vastgeketend is. De wind speelt in haar haren. Perseus daalt bij haar neer en ziet dat de tranen haar over de kaken stromen. Maar tegelijk is hij bevangen door haar grote schoonheid. Hij weet niet wat hij eerst moet vragen.

Hoe heet je?

Waarom ben je hier vastgebonden?

Waar kom je vandaan?

...

Vragen die zullen beantwoord worden bij het sterrenbeeld Andromeda.

 

Maar de waaromvraag kan nu beantwoord worden.

Het vastgeketende meisje is namelijk de dochter van Cassiopeia en Cepheus.

 

Om te boeten voor de ijdelheid van Cassiopeia werd Andromeda aan de rots gekluisterd, waar zij door een walvis zou verslonden worden.

 

Cassiopeia, koningin van Ethiopië had zich nogal laatdunkend over de Nereïden uitgelaten. Zij had beweerd dat zijzelf en haar dochter véél knapper en mooier waren dan deze zwartogige nimfen. Deze nimfen, die half vrouw, half vis waren, leefden in de Middellandse Zee, en bewogen zich voort gezeten op de rug van zeepaardjes. Spelenderwijs kwamen ze regelmatig aan de oppervlakte van het water, zodat zij bij de mensen tamelijk goed bekend waren. Zij waren dochters van Doris en Nereus, de zeegod, die soms ook wel de stroomgod genoemd werd. Eén van deze nimfen is Thetis, die een beroemde zoon had, de onkwetsbare Achilles.

 

Met vijftig waren ze, deze Nereïden. Hun grootmoeder is de aardegodin Gaea, de eerste en oudste der goden, ontstaan uit Chaos.

 

Deze nimfen nu waren vertoornd over de uitspraak van Cassiopeia en gingen hun nood klagen bij Poseidon. Die joeg een grote vloedgolf over de kust van Ethiopië, zodat het land overstroomde. En bovendien zond hij een groot zeemonster, een walvis, om het land te vernietigen.

 

Cepheus richtte zich in deze rampspoed tot het orakel van de Egyptische god Ammon, die hem opdroeg zijn dochter Andromeda aan het zeemonster te offeren. Onder druk van zijn onderdanen kon Cepheus niet anders. Hij liet Andromeda naakt aan de rots kluisteren. Phineus, de vrijer van Andromeda, verzette zich niet en liet begaan. Hij was te laf om op te treden.

 

Zo stonden de zaken ervoor toen Perseus als een deus-ex-machina ten tonele verscheen. Hij kreeg van Cepheus en Cassiopeia de belofte dat hij Andromeda mocht huwen en meenemen naar Griekenland als hij het zeemonster kon verslaan. Dit laatste gebeurde.

Cassiopeia, die nu zag dat de ramp voorbij was, hield zich niet aan de belofte. Zij liet snel Phineus ontbieden, in de hoop het huwelijk van haar dochter met die vreemdeling te verhinderen.

"Perseus moet dood!" gilde Cassiopeia.

Maar Perseus haalde het hoofd van de Medusa tevoorschijn, waardoor allen (behalve Andromeda) versteenden.

 

Poseidon nam de beelden van Cepheus en Cassiopeia op en plaatste ze aan de hemelkoepel. Maar om Cassiopeia te straffen zette hij haar in een marktstoel en bond haar daarin vast.

In bepaalde perioden van het jaar draait Cassiopeia ondersteboven, zodat ze er dan heel belachelijk uitziet.

 

Cassiopeia is als sterrenbeeld heel mooi. Heel goed herkenbaar ook. Jammer dat ze zo'n wreed noodlot moet dragen, voor eeuwig vastgebonden in haar stoel. Al is dat maar goed ook, anders zou ze er wel eens uit kunnen vallen als ze ondersteboven aan de hemel staat. Het is voor haar een les in nederigheid.

 

In de tijd dat Sophocles en Euripides leefden, de vijfde eeuw voor Christus, werd dit sterrenbeeld "Zij op de troon" genoemd.

 

 


 

Van Sleutel over Hand tot Huis en Been

 

 

Maar omdat het sterrenbeeld ook enige gelijkenis vertoonde met een sleutel werd het soms ook De Laconische Sleutel genoemd. Laconisch omdat de Laconiërs de uitvinders van de sleutel waren.

 

Pierre Huet (1630-1721), bisschop van Avranches en leraar van Lodewijk XV, beweert dat dit sterrenbeeld bij Homerus vermeld wordt als de sikkelvormige bronzen sleutel op de kleerkast van Penelope, de trouwe echtgenote van Odysseus. In de vertaling van Gustav Schwab lezen we:

De wedstrijd met de boog

 

(Odysseus is thuisgekomen, maar nog niet herkend door de vrijers. Er zal een wedstrijd in boogschieten gehouden worden. Odysseus is aanwezig als bedelaar. Penelope heeft hem ook nog niet herkend)

 

Nu was ook Penelope's tijd gekomen. Ze haalde een fraaie bronzen sleutel met ivoren oog te voorschijn en snelde daarmee vergezeld van dienaressen naar een achterkamer waar Odysseus' schatten werden bewaard. Daar vond ze zijn boog en pijlkoker aan de wand hangen. Ze rekte zich uit en nam beide van de wand. De wapens werden in een kist gelegd waarmee de dienaressen haar volgden. Zo betrad ze de zaal, beval stilte en zei: "Welaan vrijers, wie mij wil verwerven, die houde zich gereed, want een wedstrijd zal de beslissing brengen! Hier is de grote boog van mijn verheven echtgenoot. Wie hem kan spannen en de pijl door de ogen van twaalf achter elkaar opgestelde bijlen schiet, die zal ik als echtgenote volgen."

In de metrische vertaling van Aegidius Timmerman gaat het zo:

Luister nu! Toen bracht Athene Smaragdoog Icarius' dochter,

d' Over-schrandere Penélopee op de gedachte, de vrijers

Voor te leggen de boog en het grijzige ijzer ten wedstrijd,

Wat het begin van de moord in Odysseus' eetzaal zou worden.

Eerst ging zij óp langs de hoge trap van haar kamer, vanwaar zij

Meenam met stevige hand een fraaie en kunstig gebogen

Sleutel van brons met een greep van ivoor. En daarmede ging zij,

Zij en haar dienende vrouwen, op weg naar de achterste kamer,

Waar van de koning de schatten in lagen van goud en van brons en

IJzer, zorgvuldig gesmeed.

 

Een andere benaming die men tegenkomt is: Carion.

 

De Romeinen in de klassieke tijden zagen ook de vrouw in de stoel. Zij noemden het sterrenbeeld: Mulier Sedes of De vrouw in de stoel. Soms komt men de benaming Sedes Regalis of Sedes Regia tegen. Of nog korter: Sedes, Sella of Solium.

 

Bij de Arabieren wordt het: Al dhat al kursiyy, of in afgeleide vorm: Dhath Alcursi. Wat hetzelfde betekent als bij de Romeinen: de vrouw in de stoel.

Nochtans, in oude Arabische geschriften ontdekt men dat de Arabieren een heel andere figuur in het sterrenbeeld zagen. De oude benaming is: Kaff al H.adib en dat betekent: De grote hand bevlekt met Henna. De vijf heldere sterren van het sterrenbeeld zijn de vingertoppen.

 

De Kelten noemden het sterrenbeeld Llys Don, Het huis van Don. Don is de koning van de elfen, en vader van Gwydyon (magiër, uitvinder van het schrift en bouwer van de regenboog). De elfen verblijven in de Melkweg. Het huis van Don is het sterrenbeeld Cassiopeia, dat volledig in de melkweg ligt.

 

In het Egyptische Dodenboek is dit sterrenbeeld het Been.

 


 

MARIA MAGDALENA

 

In de christelijke voorstelling van de hemelkoepel is Cassiopeia Maria Magdalena.

Niet alle christelijke auteurs houden er dezelfde mening op na: soms is het ook Deborah of Batsheba.

 

Deborah.

Het Israëlitische volk had na veertig jaar dwalen door de woestijn het Beloofde Land in bezit genomen. Maar al vlug vergaten de Israëlieten hun God. Toen kwam Jabin de veroveraar uit Kanaän, en maakte het hele land onveilig. Niemand durfde het tegen hem opnemen. Toen hoorde Deborah, een Joodse vrouw uit het gebergte van Ephraïm Jahwehs stem. Zij riep de Israëlieten op tot de strijd en behaalde de overwinning op Jabin. Zij zorgde er tevens voor dat Israël weer tot het geloof in God terugkeerde.

 

Batsheba

Batsheba is de moeder van koning Salomo. Haar man was koning David. David was echter gehuwd met Michal, de dochter van koning Saul, en Batsheba was gehuwd met Uria. In het geheim huwden David en Batsheba, en David regelde de zaken zo dat hij korte tijd later toch met haar aan zijn zijde in het openbaar kon verschijnen. Het eerste kind dat zij samen kregen moest echter als straf voor Davids zonde sterven. Het tweede kind was Salomo, de latere koning.

 

Maria Magdalena

 

Maria, haar zus Martha en broer Lazarus (die door Christus uit de dood werd opgewekt) waren afkomstig uit Magdala, op de westoever van het Meer van Genezareth.

 

In Butler's Lives of the Saints uit 1883 staat het volgende over Maria Magdalena te lezen:

"De roemrijke boetvaardige vrouw die door sint Lukas genoemd werd, was door haar volmaakte bekering een voorbeeld voor alle volgende generaties. Ze wordt de Zondares genoemd, om haar grote schuld aan te geven. Deze bijnaam lijkt erop te duiden dat ze een ontuchtig en bandeloos leven leidde. Het schandaal van haar uitspattingen had haar naam tot schande gemaakt.

Niet lang nadat hij de zoon van een weduwe in Nain tot leven gewekt had, werd Jezus voor een maaltijd uitgenodigd door een zekere Farizeeër, Simon genaamd. Het behaagde Jezus deze uitnodiging aan te nemen, voornamelijk omdat hij de trots der Farizeeërs kon breken. Hij deed dit door de macht van Zijn genade te tonen en deze verdorven zondares op wonderbaarlijke wijze te bekeren. Ze begon aan haar bekering door zich in zichzelf te keren. Daarbij dacht ze niet zozeer aan de ongenade waaraan ze zichzelf blootstelde door te verschijnen voor een talrijk en eerbiedwaardig gezelschap. Toen ze er haar spraakgebruik verloor, sprak ze slechts met haar tranen.

Jezus wierp het goedgunstige oog der genade op haar. De Farizeeër was geschokt toen hij zag dat Jezus het een schandelijke zondares, zeer bekend in die stad, toestond aan zijn voeten te staan. Christus verzekerde deze nederige zondares dat haar misdaden vervallen waren en dat haar levendige geloof haar gered had. Door dankbaarheid en toewijding aan onze Goddelijke Verlosser gebonden, volgde ze hem bijna overal waarheen hij ging. Ze stond hem bij in zijn heilige passie en stond onder het kruis op de Calvarieberg.

Maria Magdalena liet haar Verlosser na zijn dood niet in de steek, maar bleef bij zijn heilige lichaam en was aanwezig bij zijn begrafenis. Ze verliet het lichaam slechts om de wet te gehoorzamen, die gebood de feestdag in acht te nemen. Nadat ze op de sabbat gerust had van zonsondergang op vrijdag tot zonsondergang op zaterdag, ging ze de kruiden kopen om het lichaam van onze Heer te balsemen. Toen ze alles gereed had, ging ze in het gezelschap van andere vrome vrouwen de volgende morgen heel vroeg op pad. Ze kwam bij het graf aan toen de zon net opgekomen was. De vrome vrouwen keken in het graf en toen ze zagen dat het lichaam er niet lag, rende Maria Magdalena weg om dit bericht naar Petrus en een andere discipel over te brengen. Niet in staat de hevigheid van haar verdriet te bedwingen en in haar wens de Heer te aanschouwen, stond ze huilend naast de opening van het graf. Ze draaide zich om en zag Jezus zelf in de buurt staan. Ze hield hem echter voor de hovenier. Hij vroeg haar waarom ze huilde en wie ze zocht. Daarop antwoordde ze hem: "Heer, als u hem van hier hebt weggehaald, vertel mij dan waar u hem hebt gelegd, en ik zal hem weghalen." Jezus openbaarde zich aan haar door "Maria!" te zeggen. Toen ze hem liefdevol haar naam hoorde roepen en hem herkende, zei zij: "Rabboeni" (Meester). Aldus was Maria Magdalena, uit wie Jezus verschillende boze geesten verdreven had, de eerste die hem aanschouwde na zijn wederopstanding.

Over Maria Magdalena wordt na de gebeurtenissen op paaszondag niets meer vernomen in het Evangelie, noch in de Handelingen. Het verdere verloop van haar leven is slechts uit legenden bekend. Zo wordt er gezegd dat ze door de Joden uit het land verbannen werd, en tezamen met Martha en Lazarus op een bootje werd gezet, dat later aan land kwam in Marseille. Daar trokken de zussen en broer zich terug in de eenzaamheid in de omgeving van Baume (nu: Saint-Maximin-la-Sainte-Baume, ten oosten van Aix-en-Provence). Omstreeks het jaar 50 is Maria Magdalena daar gestorven en begraven.

 

In de elfde eeuw wordt haar gebeente overgebracht naar Vézelay in Bourgondië. De kathedraal van Vézelay is naar haar genoemd. (Het was bij deze kerk dat opgeroepen werd tot de eerste kruistocht).

 

In de 13e eeuw echter vindt men (met grote zekerheid) het graf van Maria Magdalena in Saint-Maximin. Vézelay zit dus opgescheept met replica en Saint-Maximin wordt de grote bedevaartplaats. In de crypte van de basiliek aldaar kan men nu nog de Magdalenarelikwieën bezichtigen.

 

Volgens de Griekse overlevering is Maria Magdalena na haar uitwijzing uit Judea naar Ephese gekomen, waar zij nog steeds begraven ligt.

 

Maria Magdalena is de patrones van boetedoensters, van kappers, wijnhandelaren, scholieren en studenten. Zij vieren haar feest op 22 juli. Ook de woonplaats van Maria Magdalena bij Jeruzalem, Bethanië, is omwille van haar een gekende naam in de christelijke wereld.

 

Maria Magdalena wordt afgebeeld met een zalfpot, omdat zij die bij zich droeg toen ze naar het graf ging op paasdag om het lichaam van Christus te balsemen. In de sterrenatlas staat ze afgebeeld met een gesel, teken van boetedoening.

 

Maria Magdalena was een dankbare figuur voor talloze kunstenaars. Op het Isenheimer Altar heeft Grünewald haar afgebeeld, staande aan de voeten van de gekruisigde. Rubens en Fra Angelico gaven haar een plaats op hun 'Kruisafneming'. Tintoretto beeldt haar af bij de 'Bewening van het lichaam van Christus'. Correggio en Titian schilderden haar op afbeeldingen van de verrijzenis. In de Magdalenakapel in de benedenkerk van de Franciscusbasiliek in Assisi heeft Giotto taferelen uit haar leven in fresco's afgebeeld. In het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen hangt een doek van Quinten Matsijs voorstellend een portret van Maria Magdalena.

 

In de tekst over het sterrenbeeld Boötes  -  tenminste in de kerkelijke gestalte ervan als Silvester  -  staat te lezen dat Silvester voor de christelijke kerken een belangrijke plaats inneemt, en dat hij daarom zo hoog aan de hemel een plaats heeft gekregen. Voor Maria Magdalena geldt dit nog meer. Zij staat nog dichter bij de hemelpool, nog dichter bij de verlossing. Helemaal aan de overkant van de hemelkoepel staat Eva, bij de Zuidpool.

Catharina en Helena zijn verder de enige vrouwen die aan de verchristelijkte hemelkoepel te vinden zijn. Beiden hebben, zij het in mindere mate dan Maria Magdalena, een sterke verbondenheid met het kruis van Christus.

 

Maria Magdalena was de bevoorrechte getuige bij dat - voor gelovigen - allerbelangrijkste moment in mensheids- en wereldontwikkeling: het Golgotha-mysterie.

In zijn boek "Antroposofie, de weg van het ik" schrijft Willem Frederik Veltman hierover:

De komst van Christus op aarde is het antwoord van de 'goede goden' op de zondeval. Hij brengt het offer voor de mensheid om door zijn menswording de zielendood te overwinnen, het ware ik wakker te roepen en tot een hoger bewustzijn te leiden in aardse lichamen waarin het paradijselijke oerbeeld wordt hersteld. Hij legt in de aarde de kiem van een toekomstige vergeestelijking. Zijn bloed dat op de Golgothaheuvel uit de wonden op de aarde stroomde, doortrekt als een genezende, metamorfoserende kracht onze gehele planeet. De aarde zelf wordt tot graalschaal, waaruit eens een nieuwe zonnewereld wordt geboren. Christus is van zonnegeest tot Geest van de aarde geworden, opdat in de toekomst deze aarde draagster van liefde zal zijn.

Het opstandingsgebeuren moeten we beschouwen als de grote vernieuwingsimpuls van de schepping van de mens. Paulus noemt Christus de nieuwe Adam. Dat betekent letterlijk, dat wij allen met een vernieuwd geestelijk fysiek lichaam van Christus afstammen, zoals onze vervallende lichamen van de oude Adam afstammen. Het opstandingslichaam is de kiemcel waaruit alle latere geestelijke lichamen van de mensen voortkomen, van die mensen die vanuit hun vrije ik-kracht de verbinding met Christus zoeken.

Het lichaam dat Maria Magdalena als eerste op de paaszondag aanschouwt en niet direct herkent (!) was niet het stoffelijk vergankelijke lichaam van Jezus dat weer tot leven was gewekt als door een magisch wonder. Het kon alleen maar worden waargenomen door diegenen die daartoe begenadigd werden: de leerlingen. Het was niet stoffelijk, want het kwam in de zorgvuldig afgesloten ruimte in het huis van de Essenen waar de discipelen en de vrouwen zich sinds het Avondmaal verzamelden. Het werd ook maar korte tijd, niet blijvend, waargenomen (Emmaüsgangers), maar wel alsof het stoffelijk fysiek aanwezig was (Thomas mag zijn vingers in de wonden leggen).

Slechts veertig dagen is het de leerlingen vergund dit opstandingslichaam waar te nemen. Dan vaart het 'ten hemel'. Met de hemelvaart wordt niet bedoeld: Christus wijkt van de aarde weg naar een ver oord van goddelijke onbereikbaarheid; hij zegt immers zelf, dat hij bij ons is tot aan het einde van de wereld. 'Hemel' is op te vatten als het onzichtbare rijk van de levenskrachten. Het is heel nabij en de Keltische christenen in de vroege middeleeuwen wisten dit nog, aangezien zij hem de Heer der elementen noemden.


 

CASSIOPEIA: DE STERREN

 

 

 

De Boezem

Alpha Cassiopeiae heet SHEDAR of SCHEDIR. De naam is afkomstig van het Arabische AL SADR, wat boezem betekent. In het sterrenbeeld duidt ze de boezem van de figuur dan ook aan. Sommige astronomen houden het echter bij het Perzisch SHUTER, wat gewoon de naam van het hele sterrenbeeld is. Anderen noemen deze ster: LUCIDA CASSIOPEA, wat ook voor zichzelf spreekt, gezien de lucida de helderste ster is van een sterrenbeeld. Om die reden heet zo'n ster dan ook haast altijd Alpha. De ster heeft voor een goede waarnemer een bleekroze kleur.

 

De Sterrentijdwijzer

Bèta Cassiopeiae heet CAPH. De naam is afgeleid van de Arabische benaming van het hele sterrenbeeld. Deze ster op de uithoek van de letter W, staat in de figuur op de rechterhoek van de stoel.

De ster Caph heeft een heel belangrijke functie in de astronomie. Net zoals de aarde verdeeld is in meridianen, zo is dat ook met de hemelkoepel het geval. De 0-meridiaan, die op aarde door Greenwich loopt, is ook de meridiaan die de tijdsindeling regeert. Aan de sterrenhemel hebben de astronomen de 0-meridiaan vastgesteld op de ligging van bèta Cassopeiae. Laat een denkbeeldige lijn lopen van de hemelpool (vlakbij de poolster) over Caph, en trek die lijn dan verder tot de horizon, dan heb je de hemelse 0-meridiaan. Het is aan de hemel 0 uur, wanneer Caph in het zenit staat. Staat Caph in het westen, dan is het 6 uur sterrentijd. Komt Caph op zijn dichtste punt bij de horizon in het noorden, dan is het 12 uur. 18 uur is het wanneer Caph in het oosten staat. Na 24 uur staat Caph weer op de uitgangspositie, en is één sterrendag voorbij. Je kan Caph dus zien als de wijzer van een klok, met dit verschil dat hij op 24 uur tijd maar éénmaal ronddraait, en dat hij in de tegenovergestelde richting beweegt.

 

De Pelgrim

In het jaar 1572 verscheen er vlak bij de ster Caph (Bèta Cassiopeiae) een nova. Het was een bijzonder helder stralende ster, die zelfs overdag te zien was. Helderder nog dan de planeet Venus.  Deze ster, die tot enkele eeuwen na haar verschijning nog vermeld werd, kreeg vele namen. Ze heette Vreemdeling, of Pelgrim of De ster in de stoel of vaker nog: De ster van Tycho. Tycho was een zeer befaamd astronoom die deze ster opmerkte op 11 november 1572 en haar vermeldde in zijn Astronomiae Instauratae Proegymnasmata. Hij was echter niet de eerste om de ster te zien. Anderen hadden haar al enkele maanden vóór hem gezien, maar waren iets te weinig bekend om hun naam met deze schitterende ster te verbinden. In 1574 was de ster al weer verdwenen, en bleef alleen de herinnering over.

Maar in 1572 veroorzaakte de ster heel wat opschudding. Het gerucht ging dat deze ster de wederverschijning was van de ster van Bethlehem, en dat Christus dus wedergeboren was. De Chinezen, die deze ster ook waargenomen hadden, bleven nuchterder en noemden haar: De gastster.

 

De Zweep

Gamma Cassiopeia is de middelste ster van de hemelse W of M. Ze is, uitzonderlijk, onder haar Chinese naam bekend: CIH of Tsih, wat zweep betekent. In China was het sterrenbeeld Cassiopeia de beeltenis van de beroemde wagenmenner Wang Liang, die omstreeks 470 vóór Christus leefde.

 

De Knie

Delta Cassiopeia heet Ruchbah. Het is afgeleid van het Arabisch voor knie. In sommige werken tref je ook de naam Ksora aan.

 

Het uiteinde van M of de W

Epsilon Cassiopeia, het andere uiteinde van de M of de W, heet Segin.

 

 

 


 

De namen van de sterren in de belangrijkste sterrenbeelden

Een beknopt overzicht van de sterrenbeelden die in de lessen astronomie aan bod komen

 

 

 

cielen.eu 10-08-2007