Een sterk taalvak volstaat niet

Wie echt wil dat leerlingen beter scoren voor begrijpend lezen, moet manieren zoeken om de leestijd op te krikken en effectiever te benutten, vindt Kris Van den Branden.

KRIS VAN DEN BRANDEN, Hoogleraar en leraren­opleider aan de Faculteit Letteren (KU Leuven).

De Standaard, dinsdag 27 augustus 2019.

 

Leerlingen moeten niet alleen in de taalvakken gestimuleerd worden om veel te lezen, maar in het volledige curriculum én daarbuiten.

 

Dirk Van Damme heeft het niet begrepen op ons wetenschappelijke rapport rond begrijpend lezen (DS 24 augustus). Daarin pleiten we voor intensief, interactief en curriculumbreed begrijpend-lezenonderwijs in de basisschool. Van Damme suggereert dat het rapport vanuit een bepaalde ‘visie’ en een bepaald ‘paradigma’ is geschreven. Vreemd, en zelfs ronduit beledigend, want onze aanbevelingen zijn volledig gebaseerd op een systematische reviewstudie van het beschikbare internationale onderzoek. Misschien komt Thoni Houtveen, een Nederlandse expert die onafhankelijk van ons een soortgelijke literatuurstudie in opdracht van de Nederlandse overheid uitvoerde, daarom tot gelijkaar­dige aanbevelingen.

 

Van Damme zwaait met het woord ‘kennis’ en vindt dat er opnieuw meer aandacht moet gaan naar grammatica. Maar het beschikbare onderzoek toont aan dat onderwijs in grammatica en zinsontleding geen positief effect heeft op de leesvaardigheid van kinderen in de lagere school. Wat dat wel heeft, is achtergrondkennis rond het onderwerp waarover kinderen een tekst lezen. Precies daarom beogen veel krachtige leesmethodieken die zowel Houtveen als wij in de verf zetten een integratie van wereldoriëntatie- en taalonderwijs. In de beproefde aanpak Denk!, bijvoorbeeld, lezen leerlingen gedurende een aantal weken verhalende en non-fictieteksten over één overkoepelend thema (zoals de middeleeuwen of de klimaatopwarming). Tijdens taal- en wereldoriëntatielessen leren ze bij over dat thema en spijkeren ze hun leesvaardigheid bij. Maar voor Van Damme is dat weinig effectief en moeten leerlingen alleen binnen ‘een sterk taalvak’ aan begrijpend lezen werken.

 

Diepgaande gesprekken

 

Dat begrijpend lezen als een competentie wordt benaderd, zint hem evenmin. Vreemd, alweer. Wetenschappers definiëren een competentie als een geïntegreerde cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die iemand in staat stelt om zich gepast te gedragen. Kennis is wel degelijk belangrijk in een competentiegerichte aanpak, maar het gaat er vooral om wat je ermee kunt doen. Heeft Van Damme de werken van zijn medewerkers dan niet gelezen? Andreas Schleicher, het hoofd van het ‘Directorate for education and skills’ van de Oeso pleit er in zijn recente boek World class voor om 21ste-eeuwse vaardigheden centraal te stellen in het onderwijs, omdat je met kennis van feiten alleen niet ver springt in de wereld. Wordt het niet dringend tijd dat we in het Vlaamse onderwijs­debat het sloganeske niveau van ‘kennis of vaardigheden?’ overstijgen? De cognitieve wetenschap pleit al decennia voor een sterkere integratie van beide.

 

Het wordt tijd dat we het sloganeske niveau van ‘kennis of vaardigheden?’ overstijgen

 

Dat Van Damme pleit voor een sterk taalvak, vinden we terecht. Ook wij zijn voorstander van meer en beter begrijpend lezen. Daarbij plaatsen we de leraar centraal. Die moet prikkelende, rijke teksten selecteren en er diepgaande gesprekken met de leerlingen over aangaan. Daar ligt wellicht een van de grootste uitdagingen voor het Vlaamse onderwijs.

 

Begrijpend lezen is een kwestie van interactie die veel verder reikt dan de juiste antwoorden op de vragen in het handboek overlopen. De leerkracht moet oog hebben voor de verschillen tussen leerlingen op het vlak van achtergrondkennis, motivatie en leesvaardigheid. Daarbij moet de lat voor elke leerling hoog liggen. Geen van de ­onderzoekers die aan het rapport meewerkten, ziet differentiatie als een nivellering naar beneden, zoals Van Damme suggereert. Voor ons is differentiatie altijd teaching up: elke leerling zo begeleiden dat hij zijn grenzen verlegt.

 

Verouderde visie

 

Maar met een sterk taalvak alleen zullen we er niet komen. Begrijpend lezen opsluiten in het taalvak is een verouderde visie. Wellicht is dat net de visie die ons gebracht heeft waar we nu zitten. Want als leraren beknibbelen op het aantal uren dat binnen het taalvak aan begrijpend lezen wordt gespendeerd, dan krijgen de leerlingen te weinig leesinstructie. En dat is precies wat er is gebeurd: binnen het taalvak daalde het aantal uren lees­instructie van 146 uur op jaarbasis in 2006 naar 84 uur in 2016.

 

Leerlingen moeten in de basisschool veel leeskilometers maken. Wie echt wil dat Vlaamse leerlingen opnieuw beter scoren voor begrijpend lezen, moet zoeken naar manieren om de leestijd op te krikken en effectiever te benutten. En moet kinderen stimuleren om door het hele curriculum heen, en ver daarbuiten, veel te lezen. Heilige huisjes als denken in verkokerde vakken moeten sneuvelen.

 

Mee ondertekend door Saartje Gobyn, Mariet Schiepers (Centrum voor Taal en Onderwijs/Faculteit Letteren KU Leuven), Hilde Van Keer en Emmelien Merchie (Vakgroep Onderwijskunde UGent).