CHRISTOFORUS, 24 juli

Luc Cielen in Rinkkrant 735 van 25 juni 2004


Het naamfeest van deze ongelooflijk populaire heilige wordt gevierd op een moment dat zowat de halve westelijke wereld op reis is en dan is enige aandacht voor hem ook op zijn plaats, want hij is de patroon, de beschermer van allen die onderweg zijn. Daarom stond op het stuurwiel van de auto vroeger een afbeelding van deze heilige. Zo ook op fietsbellen enz. Zijn afbeelding werd eertijds ook heel duidelijk bij de ingang van kerken geplaatst of op plaatsen waar veel mensen passeerden. Waarom? Omdat een rijmpje over hem het volgende zegt:

 

Als je elke dag Christoffels gelaat beziet,

treft die dag het boze sterven je niet.

 

Uit deze spreuk blijkt ook dat hij niet alleen Christoforus heet, maar in het Nederlands ook Christoffel of Kristoffel wordt genoemd. Maar hij heeft nog meer namen. In het Duits heet hij Kristoph of Christoph, in Engeland heet hij Christopher, in Frankrijk Christophe en in Italië zegt men Cristoforo. In Spanje kent men hem als Cristóbal of Cristóforo, in Portugal heet hij Cristóvão. In Tsjechië noemt men hem Kryštof en in Polen Krzysztof. Cristòfol is zijn naam in Barcelona en de Catalaanse regio daaromheen. Afgekort komt zijn naam ook voor als Stoffel.

 

Het is een voornaam die nog vrij veel gegeven wordt, vooral de Franse versie van de naam is al lange tijd populair. Maar wat opvallend is, is dat er blijkbaar geen meisjesnaam is afgeleid van Christoforus.

 

Wie was die heilige die zo tot de verbeelding sprak?

Hij is hoogstwaarschijnlijk ontsproten aan diezelfde verbeelding, want over zijn leven is niets bekend. Het enige dat men weet is dat er in Klein-Azië een martelaar heeft geleefd met die naam. Maar wanneer en waar is niet bekend. Dus kon eens te meer de fantasie de vrije loop krijgen en die zorgde er dan voor dat er een legende ontstond die de populariteit ten goede kwam.

Er zijn eigenlijk twee legenden. De ene speelt zich af rond een zekere Reprobus, de tweede heeft een Offerus in de hoofdrol.

 

Reprobus leefde in de tweede eeuw in Kanaän en was heel groot van gestalte, en werd daarom ook wel als een reus beschouwd. Hij was christen en ten tijde van de vervolgingen onder keizer Decius kwam hij aan zijn einde, al verliep dat niet helemaal volgens wens, want de pijlen die op hem werden afgeschoten keerden in de lucht om en troffen de beulen zelf. Men wierp hem dan maar in een slangenkuil, maar ook dat hielp niet omdat de slangen niet het minst in hem geïnteresseerd waren. Ten slotte bond men hem aan een molensteen vast en werd hij in het water geworpen. Dat werkte, maar pas nadat hij zijn beulen tot het christendom had bekeerd.

 

Over Reprobus is er andere legende die vertelt dat hij een reus was die op zoek was naar Christus. Hij was echter iets te laat geboren om Christus nog in levende lijve te ontmoeten en zocht dus meer naar een geestelijke middel. Hij kwam bij een kluizenaar die dicht bij een snelstromende rivier verblijf hield. Die kluizenaar overtuigde Reprobus om reizigers over de rivier te dragen, vermits er geen veer en geen brug was. Reprobus neemt die taak op zich in naam van Christus. Op een keer meldt er zich een klein kind, midden in de nacht, met de vraag om overgezet te worden. Reprobus draagt het kind over, maar halverwege de rivier wordt dat kind steeds zwaarder. Uitgeput aan de overkant aangekomen verneemt hij dat dat kind niemand minder is dan Christus zelf, die hem dan de naam geeft: Christusdrager of in het Grieks: Christoforos. Deze legende is de christelijke versie van een Oud-Egyptische legende over de god Anubis die Horus, de zoon van Ra over de Nijl droeg. Anubis werd afgebeeld met een hondenkop. En de relatie met de Horusmythe is opvallend goed te zien op de oudste iconen waarop Christophorus wordt afgebeeld: ook hij heeft een hondenkop.

 

Een derde legende over Reprobus gaat als volgt. Reprobus leefde in Lycië (Klein-AZië) en was christen. Nu brak er in die periode een hevige christenvervolging uit en werd Reprobus in de kerker gegooid. Toen de koning opdracht gaf om Reprobus te folteren stuurde hij 200 soldaten op hem af. Maar dat was onvoldoende, de soldaten waren niet tegen de sterke heilige van reuzenformaat opgewassen. Met 400 soldaten lukte het wel, maar velen van hen bekeerden zich tot het christendom toen ze de geweldige kracht en moed van Reprobus zagen. Er gebeurde trouwens ook nog een wonder want de pijlen die werden afgeschoten keerden in de lucht om of ketsten op de huid af van de heilige. Eén van de terugkerende pijlen doorboorde zelfs een oog van de koning.

Alle teksten over Christoforus vermelden hem als Reprobus. Maar in een legende die verteld werd in de eerste Waldorfschool (Steinerschool) in Stuttgart (omstreeks 1930) heet hij plots Offerus en wordt hij, als hij Christus over de rivier heeft gedragen Christofferus. Het is deze versie van de legende over Christoforus die nu nog in alle Steinerscholen wordt verteld en in feite is dat niet zo slecht, vermits het een mooi verhaal is.

 

In een land ver van hier leefde een man, reuzegroot van gestalte, die Offerus heette. Hij had zich tot doel gesteld om in dienst te treden van de machtigste man ter wereld. Hij zwerft van dorp tot stad en vraagt aan de mensen waar hij de machtigste mens kan vinden. Offerus krijgt de boodschap dat hij naar de koning moet gaan. Dat doet hij en stelt zich in de dienst van de koning. Om dat te vieren laat de koning een feest geven. Tijdens het feest komt een zanger die een lied zingt over Adam en Eva in het paradijs. Als de zanger vertelt hoe de duivel als slang komt geslopen en Eva verleidt, slaat de koning een kruisteken. Offerus vraagt waarom hij dat doet, waarop de koning antwoordt dat hij bang is van de duivel. “Dan ben jij niet de machtigste ter wereld!” zegt Offerus, “Dus ga ik weg van hier.” En Offerus verlaat de koning en zwerft weer rond, nu op zoek naar de duivel, vermits die machtiger is dan de koning. Hij ontmoet de duivel, die hem opneemt in zijn demonenleger. Maar als ze voorbij een kruisbeeld komen langs de weg, maakt de duivel een grote omweg. Offerus vraagt waarom hij dat doet. De duivel zegt: “Omdat aan dat kruis Christus is gestorven, Hij die gekomen is op aarde om de duivel te verjagen.” “Dan ben jij niet de machtigste ter wereld en ga ik uit je dienst.” zegt Offerus en weer zwerft hij rond, nu op zoek naar Christus.

Hij komt in een verlaten streek en ontmoet een kluizenaar. Hij vraagt aan de kluizenaar hoe hij in dienst kan komen van Christus. De kluizenaar zegt: “Om Christus te ontmoeten moet je vasten.” Offerus zet zich bij de kluizenaar neer en begint te vasten, maar al snel knaagt de honger en Offerus geeft het op. Hij vraagt een ander middel om Christus te ontmoeten. “Je moet bidden, zonder ophouden.” Offerus probeert het, maar het is zoals met het vasten, hij kan het niet. Weer gaat hij naar de kluizenaar en vraagt: “Geef mij een middel dat beter bij mij past. Ik ben groot en sterk. Wat moet ik doen om Christus te ontmoeten.” De kluizenaar zegt: “Niet ver her vandaan is er een rivier. Er is geen brug en geen veer. Je kan Christus dienen door reizigers over de rivier te dragen.” Offerus bouwt zich een hut bij de rivier en draagt reizigers over de rivier. Dag en nacht is hij beschikbaar en draagt hij zijn werk op aan Christus, al vraagt hij zich geregeld af hoe hij op deze manier Christus kan ontmoeten.

 

Op een nacht, het stormt, hoort hij de stem van een klein kind dat zijn naam roept. Hij gaat naar buiten, maar ziet niemand. Weer hoort hij die kinderstem, maar weer ziet hij niemand. Als hij de derde keer de stem hoort roepen, ziet hij een klein knaapje staan dat vraagt om over de rivier gezet te worden. Offerus tilt het kind, dat zo licht is als een pluimpje, op, zet het op zijn schouders en stapt in de kolkende rivier. Maar bij elke stap voelt hij hoe het kind zwaarder wordt. Halverwege de rivier is het kind zo zwaar dat Offerus nog amper recht kan blijven. Maar hij zet door, al gaat het moeilijker en moeilijker. Totaal uitgeput komt hij aan de overkant en zet het kind neer en vraagt: “Wie ben jij, kind?” Het antwoord luidt: “Offerus, jij hebt op je schouders gedragen Hij die de wereld in zijn handen draagt. Christus is het die jij hebt gedragen en daarom zal je voortaan Christofferus heten. Als je bij je hut komt, steek dan je staf in de grond en morgen zal hij opnieuw in blad staan en bloeien als teken dat jij Christus hebt gevonden en in Zijn dienst bent getreden.”

Offerus steekt bij zijn terugkeer de staf (eigenlijk een jonge boomstam) in de grond en als hij de volgende morgen wakker wordt, draagt de staf blad en staat in volle bloei.

 

512 jaar geleden ontdekte ene Christoffel de Nieuwe Wereld. Dat heeft tot gevolg gehad dat de naam van Christoforus over de hele wereld werd uitgedragen. Er zijn niet minder dan 38 geografische namen bekend (steden, dorpen, bergen, eilanden, zelfs een oceaantrog) die de naam van deze heilige dragen, en de meeste daarvan hebben pas hun naam gekregen na 1492.

 

Maar reeds lang vóór Columbus was de naam van Christoforus een geliefkoosde voornaam, waarvan dan in de loop der tijden heel wat familienamen werden afgeleid. Er zijn 29 verschillende familienamen in België bekend die Christoffel als oorsprong hebben. 35 families heten Christoffel, 152 Christoffels, 17 Christophel, 10 Christoff, 29 Christoph, 571 heten Christophe, 9 Kristof, 5 Kristoff, 3 Christopher, 14 Christophersen, 16 Kristoffersen, 5 Cristoforo, 5 Cristobal, en 1 Cristovão. De afkorting Stoffel (zo heet de oprichter en leider van de muziekgroep El Tattoo del Tigre) gaf ook aanleiding tot familienamen: 14 families heten Stof, 61 dragen de naam Stoffe, 27 heten Stofs, 354 heten Stoffelen, 182 heten Stoffel, 921 noemen zich Stoffels (dat is de grootste groep), 2 heten Stoffelt, 20 heten Stofferus, 184 heten Stofferis, 3 noemen zich Stoffin, 27 Stoffijn, 1 Stoffijns, 64 Stoffen en 3 heten Stoffenne. In totaal hebben 2.735 families in België hun naam aan Christoforus te danken.

 

Komt Christoforus ter sprake in Rinkrank?

 

Vanzelfsprekend wel. Hij is de hoofdfiguur in een van die grote heiligenlegenden die tot de leerstof van de eerste en tweede klas behoren en in het vak cultuurbeschouwing aan bod komen. De kinderen maken dan ook gegarandeerd een tekening over hem, net zoals vele grote kunstenaars vóór hen dat gedaan hebben; denken we maar aan de gebroeders Van Eyck (in het Lam Gods), aan Titiaan, Mantegna, Cranach, Dürer (een houtsnede van deze kunstenaar is bij dit artikel afgebeeld) en natuurlijk ook Rubens en vele anderen. Loop je de volgende weken in Duitse, Franse, Italiaanse of Spaanse dorpen of steden rond, dan moet je maar eens rondkijken hoe vaak deze heilige te zien is, zomaar tegen gevels of langs de wegen.

 

Dit laatste weekend van juni is er op enkele plaatsen in Vlaanderen een speciale aandacht voor Christoffel. In Sint-Niklaas gaat de jaarlijkse autowijding door en dat is ter gelegenheid van de Sint-Kristoffelbedevaart aldaar. Een gebeurtenis die haast elk jaar in de journaals op radio en tv wel vermeld wordt. Ook in Evergem, in Bocholt en in Deurle worden er rond deze tijd autowijdingen, motorwijdingen en fietswijdingen gehouden. Allemaal in het teken van deze grote - helaas alleen legendarische - heilige.