Geen onderwijskwaliteit zonder ruimte voor scholen Bert Smits is sociaal pedagoog
en maatschappelijk ondernemer. Hij schrijft deze bijdrage als voorzitter van
het Mysterie van Onderwijs. Bert Smits in De Morgen, maandag 16 september 2019. De kwaliteit van ons onderwijs lag voor de verkiezingen en
de voorbije weken meermaals onder vuur. In de laatste rechte lijn van de
onderhandelingen worden alle zeilen bijgezet zodat de ‘juiste’ recepten voor
de oplossing van het ‘kwaliteitsprobleem’ hun weg naar het regeerakkoord
vinden. Terecht kijkt men daarvoor in de eerste plaats naar wat er
in de klas gebeurt en de positie van de leraar. Die leraar moet volgens sommigen
vooral back to basics: vakkennis overdragen met
primaire focus op taal en rekenen, zonder planlast, zonder zorglast, zonder
overleglast. De recepten die de ‘kritische’ onderwijsspecialisten naar voren
schuiven, vervallen vlug in al te simplistische tegenstellingen: het is
aandacht voor taal en rekenen tegenover zorg, aandacht voor kennis tegenover
welbevinden, aandacht voor de leerkracht in de klas tegenover het
schoolbeleid, aandacht voor excellentie tegenover gelijke kansen... Dit
heldere of-ofdiscours negeert de weerbarstige en-enrealiteit van klas en school. ONOMKEERBARE REALITEIT Leerkrachten en scholen stuiten op de grenzen van hun
aanpak en van ons onderwijssysteem. Zij zoeken nieuwe wegen om gepast om te
gaan met de diversiteit aan leerlingen en de complexiteit in hun klassen: een
onomkeerbare realiteit. Het groeiend inzicht in leren en de terechte
verwachting van elk van ons dat ieder kind – zeker het onze – de
professionele begeleiding krijgt die het nodig heeft, maken het werk van
leerkrachten en scholen verre van eenvoudig. Leerkrachten gaan elke dag op zoek naar hoe ze het best de
vele uitdagingen in hun klassen aanpakken. Samen met collega’s ontwikkelen ze
een adequate aanpak en overleggen ze met hun schoolleiders en andere
betrokkenen. Kom je als eenzame cowboy in de klas, zonder mogelijkheden tot
overleg met collega’s, directie en leerkrachten in andere scholen, dan staat
er binnenkort niemand meer in die klas. Kwaliteit maak je samen en daar heb je
ruimte voor nodig. De complexe realiteit vraagt vandaag om meer samenwerking
in en tussen scholen, niet een terugplooien op de vier muren van een klas. Ja, een overheid mag en moet in eindtermen vastleggen wat
zij minimaal van haar scholen verwacht – het wat. Meer dan tot nu het geval
was, dient ze via gestandaardiseerde toetsen na te gaan of scholen deze
doelstellingen behalen. De overheid moet sturen op het wat en daar controle
op uitoefenen, maar ook vertrouwen hebben. Schoolleiders en leerkrachten zijn
professionals die het best geplaatst zijn om excellente leeromgevingen te
creëren – het hoe. Geef scholen maximale vrijheid in hoe ze zich intern en
extern organiseren: de organisatie van hun vakken, lessentabellen,
instructiemethodes, besteding van uren en middelen... WERELDVREEMDE REGELNEVERIJ Alleen zo kunnen scholen gericht oplossingen op maat zoeken
en bewust werken aan en groeien in kwaliteitsontwikkeling. Wie die vrijheid
insnoert, grijpt in op de noodzakelijke ruimte die schoolteams toelaat om
voor elk van hun leerlingen een sterke leeromgeving te creëren. De meest
excellente scholen blinken dan uit door hun leerlingen de grootste
vooruitgang te laten boeken ten aanzien van hun startpositie, want die is
niet voor iedereen gelijk. Deelnemers aan het onderwijsdebat verwijzen niet zelden
naar de huidige macht van de koepels om een sterkere greep van de overheid op
de concrete onderwijspraktijk in scholen te rechtvaardigen. Dit getuigt van
weinig vertrouwen in het beleid van onze scholen. Vervang de koepels door de
overheid en we zijn nog verder van huis. Dit zal leiden tot nog meer
wereldvreemde regelneverij. De overheid moet daarentegen ruimte geven en
inzetten op het versterken van scholen en lerarenteams zodat ze op een
verantwoorde en verantwoordelijke wijze hun eigen keuzes maken. Dit kan door: - te investeren in leerkrachten, hun opleiding en hun
loopbaan; - te zorgen voor een deskundig leiderschap in scholen dat
de nodige beleidsruimte en instrumenten heeft om van scholen een krachtige
werk- en leeromgeving te maken voor leerkrachten en leerlingen; - de waarde en de complexiteit van veranderingsprocessen in
scholen te erkennen en te zorgen voor kwaliteitsvolle begeleiding en
ondersteuning. Wij hopen dat de onderwijsonderhandelaars voluit voor een
doordachte aanpak van de onderwijskwaliteit willen en durven gaan die getuigt
van een oprecht vertrouwen in de professionaliteit van leerkrachten en
directies en de beleidskracht van scholen. DE NAMEN VAN DE ANDERE ONDERTEKENAARS Peter Op ’t Eynde, Stijn Dhert, Ann Martin, Pat Vandewiele, Andy Thys, Ronny Vanderspikken, Bavo Wouters, Lore Baeyens,
Kristof Bleus, Lies Lambert, Robby Oblonsek, Saskia
Vandeputte, Kris Haesaert, Yves Larock,
Els De Brael, Martine Foulon |