DUITS
Online oefenen
https://www.cielen.eu/Duits-woordenschat-10e-klas-2017-01.ht ml
Inhoud:
de stad die Stadt de grootstad die Groβstadt de oude stadskern die Altstadt de binnenstad (centrum) die Stadtmitte het centrum das Zentrum het stadhuis das Rathaus het marktplein der Marktplatz de straat die Straβe de laan die Allee de steeg die Gasse het park der Park het zwembad das Schwimbad het openlucht zwembad das Freibad het overdekt zwembad das Hallenbad de bibliotheek die Bibliothek het kerkhof der Friedhof de kerk die Kirche de burcht die Burg het kasteel das Schloss de brug die Brücke https://www.cielen.eu/Duits-wo
ordenschat-10e-klas-2017-02.ht ml
Inhoud:
de zee das Meer het meer der See de rivier der Fluβ vloeien flieβen stromen strömen de Europeaan der Europäer het land das Land de buitenlander der Ausländer de taal die Sprache de moedertaal die Muttersprache de watertoren der Wasserturm de fontein der Springbrunnen het verkeerslicht die Ampel het station der Bahnhof het museum das Museum de fabriek die Fabrik het politiecommissariaat die Polizeiwache de brandweer die Feuerwehr het ziekenhuis das Krankenhaus het postkantoor die Post de bushalte die Bushaltestelle
https://www.cielen.eu/Duits-woordenschat-10e-klas-2017-03.ht ml
Inhoud:
Duitsland Deutschland België Belgien de Belg der Belgier Frankrijk Frankreich de Fransman der Franzose Frans französisch Nederland die Niederlande de Nederlander der Niederländer Nederlands niederländisch Groot-Brittannië Groβbritannien de Brit der Brite Engels englisch Luxemburg Luxemburg de Luxemburger der Luxemburger Luxemburgs luxemburgisch Italië Italien de Italiaan der Italiener Italiaans italienisch Oostenrijk Österreich de Oostenrijker der Österreicher Oostenrijks österreichisch https://www.cielen.eu/Duits-wo
ordenschat-10e-klas-2017-04.ht ml
Inhoud:
Zwitserland die Schweiz de Zwitser der Schweizer Zwitsers Schweizerisch Denemarken Dänemark de Deen der Däne Deens dänisch Zweden Schweden de Zweed der Schwede Zweeds schwedisch Noorwegen Norwegen de Noor der Norweger Noors norwegisch de vakantie der Urlaub de brief der Brief de pennenvriend der Brieffreund de bezienswaardigheid die Sehenswürdigkeit de interesse das Interesse uitnodigen einladen voorstellen vorschlagen het liefst am liebsten https://www.cielen.eu/Duits-wo
ordenschat-10e-klas-2017-05.ht ml
Inhoud:
af en toe ab und zu beslist, vast en zeker bestimmt overnachten übernachten de trein der Zug de fiets das Fahrrad de auto das Auto de wagen der Wagen het vliegtuig das Flugzeug de motorfiets das Motorrad de boot das Boot de bus der Bus de jeugdherberg die Jugendherberge het hotel das Hotel de eenpersoonskamer das Einzelzimmer de tweepersoonskamer das Doppelzimmer de vakantiewoning die Ferienwohnung het kampeerterrein der Campingplatz de tent das Zelt het gastenverblijf das Gästehaus het ontbijt das Frühstück
Inhoud:
het volpension die Vollpension het halfpension die Halbpension de douche die Dusche de sleutel der Schlüssel opbellen anrufen reserveren reservieren beslissen sich entscheiden afspreken sich verabreden eenvoudig einfach het ogenblik der Augenblick de politieman der Polizist de hoek die Ecke eerst, vooreerst zunächst nadien nachher juist, precies genau storen stören aardig, vriendelijk nett de inlichting die Auskunft het stadsplan (plattegrond) der Stadtplan de rondleiding die Führung krijgen bekommen vooraf vorher aanbevelen empfehlen invullen, inschrijven eintragen controleren nachsehen