Mag ik mijn lastig kind in de gang zetten?

'... anders ga je naar de gang!' Met een temperamentvolle peuter floept zo'n dreigement er in het heetst van de strijd weleens uit. Maar heeft het zin?

V.K. in DM 17 juli 2019

 

Een time-out op de gang is geen goed idee, meent de Amerikaanse hoogleraar psychiatrie Daniel Siegel, die het boek No Drama Discipline schreef. Zo leert een kind namelijk dat het alleen moet zijn als het een fout maakt. Die isolering voelt als een afwijzing en in het brein wordt dit ervaren als fysieke pijn. Als ouder zeg je eigenlijk: ik ben alleen in jou geïnteresseerd als je alles volgens mijn regels doet.

 

Straffen is ook niet effectief op de lange termijn. "We weten dat kinderen die veel gestraft worden een verminderde gewetensontwikkeling laten zien", zegt pedagoog Steven Pont. "Ze passen hun gedrag niet aan omdat ze die ander geen pijn willen doen, maar omdat ze geen straf willen. Ze zullen ongewenst gedrag alsnog vertonen wanneer de strafgever er niet is."

 

Eigenlijk gaat het om de vraag wat voor ouder je wilt zijn én wat voor kind je wilt, meent Pont: een kind dat gehoorzaamt en precies doet wat je zegt? Of iemand die zelf leert nadenken over het effect van zijn gedrag?

 

Hoe moet het dan wel?

"Je bent als ouder een levensleraar", zegt Pont. "In plaats van direct te straffen, ga je in gesprek. Wanneer je kind speelgoed afpakt, vraag je: 'Begrijp je waarom Bas huilt?' Daarna houd je je mond. 'Kun je het oplossen?', vraag je vervolgens. Kijk waar het kind zelf mee komt."

 

Deze methode is ingewikkelder dan naar de gang sturen. Het kost meer tijd én leidt tot een constant sluimerend gevoel van onmacht. "Er is niet één goede aanpak waardoor je nooit meer gedoe hebt met je kinderen", zegt Pont. "Maar ruzie is mooi. Dan kun je iets duidelijk maken over hoe het leven werkt."

 

Maar slaan we niet door in dat oeverloze gepraat? Bij de kleintjes is dat vaak niet effectief, meent pedagoog Eva Bronsveld. "Schopt een 3-jarige zijn broertje, dan begrens je dat gedrag direct. 'Stop, we doen elkaar geen pijn. Kom, dan gaan we hem troosten.' Zo toon je hoe je reageert als iemand pijn heeft."

 

Soms is het slimmer om later op een situatie terug te komen, als een kind niet moe of geïrriteerd is. Bronsveld: "Dan zeg je: 'toen ik je vroeg de tafel te dekken, snauwde je en dat vond ik niet fijn.' Niet dat het daarna altijd goed gaat, maar dat soort gesprekjes helpen wel." Als kinderen constant over de grenzen van de ouders heengaan, zit daar vaak wat anders achter. "Ze voelen zich afgewezen of vervelen zich. Daar moet je eerst achterkomen." Daarin is de houding van de ouder bepalend. "Je vindt je partner ook weleens irritant, maar dingen verbieden, dat werkt niet. Ik zeg weleens: kinderen zijn net mensen."