https://www.cielen.eu

 

GIRAFFE

 

Giraffe ofte Camelopardalis in Urania’s Mirror (+/- 1825)

 

INHOUD

De naam Giraffe (Camelopardalis)

Giraffe in de Bijbel

De sterren

Afbeeldingen

 

In het gebied rondom de Poolster, waar zo veel bekende en goed herkenbare sterrenbeelden te vinden zijn, kunnen we, mits enige inspanning, ook drie vrijwel onbekende circumpolaire sterrenbeelden aantreffen. Ze zijn onbekend omdat ze geen heldere sterren bevatten en daardoor haast onzichtbaar zijn vanuit onze streken die zo te kampen hebben met lichtvervuiling. Deze drie sterrenbeelden zijn: Giraffe, Lynx en Hagedis. Samen met Kleine Beer, Grote Beer, Draak, Boötes, Jachthonden, Perseus, Cepheus en Cassiopeia staan ze dag en nacht volledig of gedeeltelijk aan de hemel. Ze zijn op de noorderbreedte waarop we ons bevinden - ongeveer 51° - altijd waarneembaar.

 

Terug naar INHOUD


 

Camelopardalis

 

De oude Nederlandse benaming is kameelpardel. Maar ook de naam Giraffe is in omloop. Het woord pardel is een oude benaming voor luipaard. Het Latijnse pardalis staat voor een wijfjespanter. In beide gevallen gaat het om een gevlekte tijgerachtige, waarbij men meestal van een luipaard spreekt als het over de Afrikaanse soort gaat, terwijl met panter de Aziatische bedoeld wordt.

Met het woord kameel erbij in de benaming van dit sterrenbeeld zie je een combinatie van een dromedarisachtig dier en een luipaard of panter voor je. Een lange hals en een gevlekte huid.

 

Camelopardalis is een langgerekt sterrenbeeld, zoals het dier waarnaar het verwijst. Het strekt zich uit van de nabijheid van de Poolster tot de sterrenbeelden Perseus, Voerman en Lynx. Het zit met nek en kop geprangd tussen Cassiopeia, Cepheus, Draak en Kleine Beer.

 

Dit sterrenbeeld heeft geen Griekse mythologische achtergrond. Het is pas in 1614 gevormd door astronoom Jakob Bartsch (Bartschius) die de lege plek tussen de boven genoemde sterrenbeelden opvulde met de beeltenis van de giraf. Voor hem was het echter geen giraf, hij dacht werkelijk aan een kameel en dan in het bijzonder aan de kameel die Rebecca naar aartsvader Isaac bracht. Om die reden wou Richard Anthony Proctor (1834-1888) het sterrenbeeld de meer logische benaming Camelus geven. Maar er is slechts één astronomisch werk dat hem daarin volgde, namelijk de Astronomie Populaire van Flamarion. En dan nog alleen maar in de Engelse vertaling.

 

Het sterrenbeeld heeft ooit nog een andere benaming gehad toen de Duitse constellatiemaker Erhard Weigel dit sterrenbeeld samenvoegde met Voerman en er 'De Franse Lelies' van maakte. Dit kende bitter weinig succes. En zo bleef het, ondanks alles, tot op onze dagen Camelopardalis.

 

Alleen de Chinese astronomen bedachten de sterren van dit sterrenbeeld met waardige namen. Zo waren er de 'Hogere Minister', de 'Hogere Wachter', de 'Lagere Wachter', de vier officiële 'Dragers van de Troon', de 'Bescheiden Deugd' en het 'Statiezonnescherm'. Dit zijn tenminste namen die de hoge plaats aan de hemel waardig zijn.

 

In de maand januari staat dit sterrenbeeld dicht bij het zenit. Voor een goede waarnemer zijn er zo'n 84 sterren te zien. Maar dat is in de Benelux niet mogelijk, zeker niet met het blote oog.

 

Op de sterrenkaart van Andreas Cellarius uit 1660 staat Camelopardalis mooi en centraal afgebeeld. Het is een van de eerste afbeeldingen van dit sterrenbeeld.

In 1679 verscheen er in Parijs een atlas met 'Cartes du Ciel' van de hand van Augustin Royer. Hij beeldt Camelopardalis af en zorgt er daarmee voor dat het sterrenbeeld en de naam ervan algemeen aanvaard werden. Die Augustin Royer was niet echt een sterrenkundige. Hij was een architect van Lodewijk XIV en werkte mee aan de plannen van Versailles. Hij moet daar niet zo veel werk mee gehad hebben, want hij had voldoende vrije tijd om zich aan zijn hobby, de astronomie, te wijden. Hij ontwierp zelf ook enkele sterrenbeelden, maar die zijn niet verder geraakt dan zijn tekentafel. Hij was trouwens een bekwaam tekenaar, zoals de meeste architecten van zijn tijd en dat is goed te merken aan de fraaie sterrenbeelden in zijn atlas.

 

Terug naar INHOUD


 

Camelopardalis in de Bijbel

 

Camelopardalis is de kameel waarop Rebecca reed op weg naar Isaäc, de zoon van Abraham, de eerste aartsvader. Zo staat het in het Oude Testament.

 

Abraham was hoogbejaard en wilde vóór zijn dood alles geregeld hebben voor zijn zoon. Vooral wilde hij een goede vrouw uitzoeken voor Isaäc. Het liefst zag hij die vrouw komen uit zijn eigen stam, maar Abraham had zijn stam al vele jaren geleden verlaten en zijn familie woonde ver van de plaats waar hij zich nu bevond. Hij woonde nu in Kanaän, het land dat hem door Jahwe was beloofd, het latere Israël. Zijn familie woonde nog steeds in het Tweestromenland.

Zelf was hij te oud om een reis daarheen te ondernemen en zijn enige zoon Isaäc wilde hij er niet naartoe sturen, omdat hij die liever bij zich had. Daarom koos hij onder zijn trouwste dienaren de oudste met de opdracht naar het Tweestromenland te gaan om daar uit Abrahams familie een vrouw te zoeken voor Isaäc.

 

De dienaar nam toen kamelen, pakte allerlei kostbaarheden bijeen en reisde naar Aram-Naharaim, het Aram der twee rivieren. Buiten de stad, bij de waterput, liet hij de kamelen neerknielen en bad tot God om hem te helpen bij zijn keuze. Zo sprak hij: 'Wanneer ik tot een meisje zeg, dat bij de put komt om water te scheppen: 'Reik mij uw kruik om te drinken', en zij antwoordt: 'Drink, en ook uw kamelen zal ik water geven', dan zal dát het meisje zijn dat Gij voor Isaäc hebt voorbestemd.'

 

Hij was nog niet helemaal klaar met zijn gebed, toen er een meisje, Rebecca genaamd, bij de put kwam. Ze droeg een kruik op haar schouder. Zij was uit Abrahams familie, een kleindochter van zijn broer Nachor, dochter van Laban en Bethoeël. Zij daalde af naar de bron, vulde haar kruik en kwam weer naar boven. De dienaar ging naar haar toe en zei: 'Laat mij een beetje water drinken uit uw kruik.' Zij antwoordde: 'Drink, heer, en ook uw kamelen zal ik water putten tot zij genoeg hebben.' Zo deed zij. Nadat hij en de kamelen voldoende hadden gedronken, nam hij een gouden neusring, stak die aan haar neus; deed twee kostbare armbanden om haar polsen en vroeg wiens dochter zij was. De dienaar viel op zijn knieën en dankte God toen hij hoorde dat zij uit Abrahams familie was.

 

Het meisje liep ondertussen naar huis. Haar broer zag natuurlijk onmiddellijk wat zijn zus aan kostbaarheden droeg en vroeg waar zij die vandaan had. Zij vertelde over de man bij de bron. De broer ging naar hem toe en leidde de man en de kamelen naar huis. Daar vertelde de dienaar van Abraham waarvoor hij gekomen was.

 

Laban en Bethoeël zeiden: 'Zie, Rebecca staat tot uw beschikking, neem haar met u mee, opdat zij de vrouw worde van de zoon van uw heer, zoals Jahwe het gezegd heeft.'

De dienaar laadde toen al de geschenken af die hij meegebracht had en schonk ze aan Laban.

Toen werd hij aan tafel genodigd en bracht hij in het huis van Laban de nacht door.

Zodra men de volgende morgen was opgestaan, sprak hij: 'Laat mij nu teruggaan naar mijn heer.'

Maar de broers en de moeder van Rebecca zeiden: 'Laat het meisje nog een dag of tien bij ons blijven; dan kan zij vertrekken.'

Maar hij antwoordde: 'Houdt me niet tegen, nu Jahwe mijn reis heeft doen slagen; staat mij toe om naar mijn heer te vertrekken.'

Ze zeiden: 'We zullen het meisje roepen en het haar zelf vragen.'

Ze riepen Rebecca en vroegen haar: 'Wil je met die man meegaan?'

Rebecca antwoordde: 'Ja, dat wil ik.'

 

Nu lieten ze haar vertrekken, vergezeld van haar min en de dienaar van Abraham met zijn volk. Ze zegenden Rebecca en zeiden tot haar: 'Zuster, moge je tot tienmaal tienduizenden groeien en moge je nageslacht de poorten bezitten van hen die het haten.'

 

Toen maakten Rebecca en haar dienstmaagd zich klaar, beklommen de kamelen en sloten zich aan bij de dienaar van Abraham. Zo vertrokken ze.

 

Intussen was Isaäc naar de woestijn bij de bron van Lacha-Roï getrokken en woonde hij in het land van de Negeb. Eens op een avond was Isaäc het veld in gegaan om zich te bezinnen. Toevallig sloeg hij zijn ogen op en zie, daar kwamen kamelen aan. Ook Rebecca sloeg haar ogen op, en toen zij Isaäc zag, liet ze zich van haar kameel glijden en sprak tot de dienaar: 'Wie is die man daar die ons in het veld tegemoetkomt?'

De dienaar antwoordde: 'Dat is mijn meester.'

Toen nam zij haar sluier en bedekte zich.

Isaäc luisterde naar het reisverslag van de dienaar en leidde Rebecca dan naar de tent van Sara, zijn moeder, en nam haar tot vrouw.

 

Toen Isaäc veertig jaar oud was, huwde hij Rebecca. Omdat zij onvruchtbaar bleef, bad Isaäc tot Jahwe voor haar, en Jahwe verhoorde hem, zodat zij zwanger werd. Maar toen de kinderen in haar schoot tegen elkaar opdrongen, zei zij: 'Als dit zo moet gaan, waarom blijf ik dan leven?'. Daarom besloot zij Jahwe te raadplegen.

Jahwe sprak tot haar: 'Twee volkeren draag je in je schoot, twee naties gaan uiteen van uw moederlijf af. De ene natie zal machtiger zijn dan de andere; de oudste zal de jongste dienen.'

 

Toen het ogenblik aangebroken was waarop zij moest baren, was er inderdaad een tweeling in haar schoot. De eerste die tevoorschijn kwam was rossig en helemaal als in een pels gewikkeld; men noemde hem Esau.

Daarna kwam zijn broertje, die met zijn hand de hiel van Esau vasthield; daarom noemde men hem Jakob.

Isaäc was zestig jaar oud toen hij hen verwekte.

Terug naar INHOUD

 

DE STERREN

 

Er is geen enkele heldere ster in dit sterrenbeeld; Ook niet één ster die een eigen naam heeft, buiten de wetenschappelijke die op het Griekse alfabet is gebaseerd. Het is ook zo goed als onmogelijk om sterren van dit sterrenbeeld in onze streken met het blote oog waar te nemen. Met een verrekijker lukt het wel, zeker als men al wat vertrouwd is met de sterren in de omgeving van de Poolster.

Tussen de Poolster en de heldere ster Capella in het sterrenbeeld Voerman zijn de sterren van Camelopardalis te vinden. Twee ervan verdienen een aparte vermelding.

 

Alfa Camelopardalis

Dit is een hete ster van ongeveer 35.000 graden Celsius. Dat is bijna zesmaal warmer dan onze zon. Het is trouwens een van de heetste sterren die we aan de hemelkoepel zien. Het licht van deze ster doet er 3.300 jaar over om de aarde te bereiken. Het licht dat we nu zien is dus daar vertrokken in de tijd dat Toet-anch-Amon over Egypte heerste.

 

Bèta Camelopardalis

Dit is een superreus onder de sterren. Het licht van deze ster heeft 1700 jaar nodig om ons te bereiken. Het licht dat wij nu zien, vertrok bij de ster in de periode dat het christendom erkend werd in het Romeinse Rijk, waardoor de geschiedenis van Europa een heel andere wending kreeg.

Terug naar INHOUD

 

AFBEELDINGEN

 

Camelopardalis in Uranographia van Hevelius (+/- 1690)

 

 

CAMELOPARDALIS met Lynx en Voerman. Bode 1801

 

CAMELOPARDALIS met Draak, Kleine Beer, Cepheus en twee kleine, nu niet meer gebruikte sterrenbeelden. Bode 1801

 

 

 

 

 

https://www.cielen.eu